Spring naar inhoud

Muntjak

Bron: Zoogdiervereniging

De muntjak is het kleinste hert van Europa. Het dier heeft korte poten, het in verhouding stevige lijf en de vaak gekromde rug. De vacht is in de zomer vrij egaal glanzend kastanjebruin, maar naar de buik toe iets lichter. In de winter wordt de vacht donkerbruin en de poten bijna zwart. De muntjak heeft wit aan de kin en een witte spiegel, die gewoonlijk door de staart bedekt wordt. De staart is vrij lang voor een hertachtige. Op het voorhoofd heeft het vrouwtje een vliegervormige donkere vlek, die overgaat in een donkere streep over de rug. Deze streep is niet altijd even duidelijk zichtbaar. Bokken hebben meer een V-vorm die loopt over de hoog uitstekende rozenstokken, waaraan een kort gewei zit met maximaal een kleine vertakking. Het gewei wordt ieder jaar tussen mei en juli afgeworpen en groeit in de zomer opnieuw aan.

De soort komt van nature voor in Zuidoost-Azië. Hier zijn negen ondersoorten bekend, waarvan een paar vrij recent nog zijn ontdekt. In België zijn de laatste jaren vrij veel gevalideerde waarnemingen uit het wild. Men vermoedt dat in Belgisch Limburg dieren los gelaten worden ten behoeve van de jacht. Het is goed denkbaar dat er ook exemplaren de grens oversteken en in ons land rondlopen. In Nederland zijn tot nu toe alleen losse waarnemingen gedaan, in Noord Brabant meer dan in de rest van het land.

Muntjaks leven vooral in bosgebieden met dichte ondergroei. Ze passen zich snel aan aan veranderende omgeving, en komen ook in tuinen, struikachtige delen van parken en langs spoorbermen voor. Ze kunnen dicht in de buurt van mensen leven zonder opgemerkt te worden.

Muntjaks worden meestal alleen gezien, incidenteel in kleine (familie)groepjes. Beide seksen zijn territoriaal, mannetjes meer dan vrouwtjes. Bij vrouwtjes overlappen de randen van de territoria regelmatig. De territoria zijn meestal niet erg groot.

Hoewel de verspreiding in Nederland naar verwachting minder snel zal gaan dan destijds in Engeland (bijvoorbeeld omdat het wegennet aanzienlijk dichter is), is niet uit te sluiten dat de muntjak zich hier ook zal verspreiden en eventueel vestigen. Dit dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. De eerste stap om dit te voorkomen is preventie. Handel is wettelijk al niet toegestaan. De kans op ontsnapping uit dierentuinen en collecties is klein. Dat dieren de grens oversteken vanuit België is echter niet te voorkomen. Wanneer dieren gesignaleerd worden dienen deze als tweede stap geëlimineerd te worden door afschot of vangen. Mocht de soort zich toch vestigen dan is beheer de laatste stap waarmee de populatie ingeperkt dient te blijven (door afschot) en de schade beperkt dient te worden.

Muntjaks staan vooral bekend om het blaffende geluid dat ze vaak maken. Ze worden ook wel blafherten genoemd. Het blaffen wordt gebruikt om verschillende redenen. Vrouwtjes die paringsbereid zijn blaffen bijvoorbeeld veel en vaak en beide seksen blaffen als er gevaar dreigt.

De Zoogdiervereniging heeft een speciaal meldpunt voor muntjaks:

Muntjakmeldpunt | De Zoogdiervereniging