Spring naar inhoud

Parkieten

Grote alexanderparkiet

Als je door Amsterdam loopt, vooral in de parken, kun je bijna niet om die luidruchtige vogels heen: parkieten. De meeste mensen kennen de halsbandparkiet, want die komt in veel steden voor. Maar in Amsterdam en directe omgeving heb je ook z'n grote broertje: de grote alexanderparkiet. De eerste melding van deze soort is zo’n 25 jaar geleden gedaan. Alhoewel ze beiden groen zijn met een rode snavel, verschillen de parkieten wel van elkaar. De grote alexanderparkiet is een stuk groter dan zijn broertje. En deze grotere soort heeft roestbruine vlekken op de schouders, en heeft meer zwart in de kop en een zwaarder stemgeluid dan de halsbandparkiet. Net als de halsbandparkiet is deze grote alexanderparkiet een exoot, een niet-inheemse soort. Het is een kooivogel, oorspronkelijk uit Azië, het dier is er niet zelf gekomen, maar ontsnapt of losgelaten door de mens.

De parkieten zoeken mensen en parken op, want daar is voedsel en nestgelegenheid. Om te broeden maken ze zelf broedholen of gebruiken ze spechtennesten. Die holen moeten ze wel iets groter maken met hun stevige snavels. De vogels eten allerlei zaden, zoals zaden en knoppen van bomen. Ook eten ze soms de bloemetjes van de bomen. Daarnaast voert de mens ze vaak met pinda’s en fruit. Daar profiteren ze van. Ook het opwarmen van de stad zorgt ervoor dat ze zich hier thuis voelen.