De Alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia) is een uit Noord-Amerika afkomstige plant, die in Nederland is geïntroduceerd via Alsemambrosiazaad. Dat zit in vogelvoermengsels, zoals strooi-, kippen- of duivenvoer en vetbollen. De zaden die naast de voederplaats op de grond vallen, kunnen kiemen en uitgroeien tot volwassen planten. In de bloeitijd, van begin augustus en eind oktober, leiden de sterk allergene pollen tot hooikoortsklachten én kunnen hooikoortspatiënten nu jaarrond klachten ervaren. Voor de komst van Alsemambrosia waren de herfstmaanden nog de hooikoortsvrije maanden. De zaden zijn tot veertig jaar kiemkrachtig. Lang nadat de vogels in de tuin gevoerd zijn, kunnen nieuwe planten kiemen en hooikoortsklachten veroorzaken. Tegenwoordig is het niet meer toegestaan zaden van Alsemambrosia toe te voegen aan vogelvoer.
De plant staat zowel in openbaar groen als in particuliere tuinen. Het is weliswaar een invasieve exoot, die afkomstig is uit Noord-Amerika, maar ook een plant die al helemaal ingeburgerd in ons land. Verschillende organisaties adviseren om de eigen tuin op de aanwezigheid van alsemambrosia te screenen en, indien aanwezig, de plant te verwijderen. Bij het verwijderen verdient het aanbeveling om handschoenen te dragen, aangezien de plant ook huidklachten kan veroorzaken. Bloeit de plant al doe dan ook een mondkapje en veiligheidsbril op. Uitgetrokken planten moeten niet in de groene afvalbak gedeponeerd worden maar bij het restafval, om te voorkomen dat de Alsemambrosia blijft woekeren. De Alsemambrosia laat een sterke opmars zien in Nederland. In 1980 werd de soort nog in 200 kilometerhokken waargenomen, in 2020 waren dat er al bijna 1100. In 2022 werd 60 procent van alle Alsemambrosias waargenomen in particuliere tuinen. De overige 40 procent wordt aangetroffen in natuurgebieden, begraafplaatsen, akkers en wegbermen.