Spring naar inhoud

Beverrat

De beverrat (Myocaster coypus) is een relatief groot en zwaargebouwd knaagdier dat van oorsprong uit Zuid-Amerika komt. De aanwezigheid van beverratten leidt tot overbegrazing waardoor veranderingen in de vegetatiesamenstelling optreden, de biodiversiteit afneemt, lokaal plantensoorten uitsterven en meer erosie van rivier-, moeras- en kustgebieden. Met zijn graafactiviteiten ondermijnt de beverrat dijken en rivieroevers. Beverratten kunnen drager zijn van verschillende ziektes en parasieten die schadelijk zijn voor de mens en andere diersoorten.
Naast een 40-60 cm lang lijf heeft de beverrat ook een 30-45 cm lange, ronde staart. Het dier heeft een grijze ondervacht en een glanzend bruine tot geelbruine bovenvacht. De kop is breed en hoekig met een wit gekleurde, stompe snuit en duidelijk zichtbare, helder oranje-gele snijtanden. Verder heeft de beverrat achterpoten met zwemvliezen. De achterpoten zijn veel langer dan de voorpoten. Beverratten kunnen verward worden met muskusratten of bevers. Een duidelijk verschil is de staart. Bevers hebben een platte staart, muskusratten hebben een zijdelings afgeplatte staart en beverratten hebben een ronde staart die van dik naar dun loopt. Ook de grootte van de dieren verschilt, al kan dit in het veld soms lastig zijn om in te schatten. Een volwassen beverrat is 2 tot 3 keer groter dan een volwassen muskusrat en een volwassen bever is weer 2 keer zo groot als een volwassen beverrat. De beverrat is ook duidelijk herkenbaar aan de grote, oranje-gele snijtanden.

In de vorige eeuw is de soort als pelsdier in Europa geïntroduceerd. Via ontsnappingen uit (Nederlandse) pelsdierhouderijen, of na te zijn losgelaten, kwamen beverratten in het wild terecht. Op dit moment is natuurlijke verspreiding vanuit vooral Duitsland de belangrijkste introductieroute. De beverrat komt in de meeste Europese landen voor, inclusief Nederland. In het verleden heeft de soort zich ook gevestigd in Ierland en het Verenigd Koninkrijk, maar is daar succesvol uitgeroeid. In Nederland komt de soort vooral voor in de grensstreek met Duitsland en in het Maasdal in Limburg. Populaties in het binnenland zijn zo goed als uitgeroeid.

Beverratten leven in zowel stilstaand als stromend water, vaak op plekken met een dichte oeverbegroeiing. Denk hierbij aan rivierlopen (met rietbedden), moerassige gebieden, meren en beken. Maar ook in grindgaten, kleiputten en estuaria komt de soort voor. Het nest (ook wel de burcht genoemd) ligt vaak in droge oevers, waarbij de ingang onder de waterspiegel ligt. Zo nu en dan maakt de beverrat ook gebruik van een verlaten muskusrat- of beverburcht.
Bron: Kennisnetwerk invasieve exoten