Spring naar inhoud

Grote waternavel

De Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides) is een overblijvende oeverplant die in de oever of bodem wortelt. De plant vormt lange stengels met brede, niervormige bladeren (doorsnede 4 tot 10 cm) die op het wateroppervlak drijven. Ze kunnen tot 30 cm boven het wateroppervlakte uitsteken. In het begin lijkt de Grote waternavel op de de Gewone waternavel, maar daarvan blijven bladeren en stengels kleiner. Oorspronkelijk komt de plant uit Zuid-Amerika en is in ons land terechtgekomen als vijverplant. Inmiddels is de verkoop van de waterplant verboden. Eerder had de Grote waternavel zich echter al verspreid en komt nu voor in het hele land, maar ook in landen als Belgie, Frankrijk en Duitsland.

De plant doet het vooral goed in voedselrijk (troebel), stilstaand of langzaam stromend water. Bij voldoende voedingsstoffen en hoge temperaturen groeit de waterplant razendsnel en vormt het een soort drijvende matten die decimeters dik kunnen worden. Hierdoor wordt licht tegengehouden. Onder de matten is het donker en zuurstofarm, waardoor diepere waterplanten doodgaan. De drijvende matten remmen de doorstroming van water en vormen een belemmering voor de vissen. Verder kan de plantenmassa losraken en voor een opstopping zorgen bij gemalen en stuwen. Ook recreatieve mogelijkheden, zoals zwemmen en vissen, worden erdoor beperkt.