Spring naar inhoud

Bestrijding

BRON: NVWA

Invasieve exoten bedreigen de biodiversiteit. Ze verdringen inheemse soorten, verstoren ecosystemen of brengen ziektes over. Die zien we dus liever niet komen. Hoe weet je welke van de 9 miljoen soorten je in de gaten moet houden? Een horizonscan kan daarbij helpen. Recent heeft de Nederlandse horizonscan een update gekregen, waardoor nu meer dan 300 uitheemse soorten in beeld zijn. Hoe wordt een horizonscan gemaakt? Daarvoor wordt op basis van internationale literatuur een soortenlijst gemaakt van uitheemse soorten die voor problemen zorgen in klimaatzones vergelijkbaar met Nederland. Dat levert een lange lijst op. Vervolgens worden daaruit de soorten geselecteerd die ook daadwerkelijk kans lopen in de Nederlandse natuur terecht te komen en zich daar te verspreiden. Dat zijn de soorten die in Nederland verhandeld worden, die al in gevangenschap in Nederland voorkomen, die in buurlanden zijn waargenomen of die zich al op hele kleine schaal in de natuur hebben gevestigd. Na deze selectie blijft een lijst over van de uitheemse soorten die potentieel schadelijk zijn voor de Nederlandse biodiversiteit (hoog-risicosoorten). Daarnaast is er een lijst opgesteld door experts die op basis van hun kennis en ervaring (deskundigenoordeel) aandacht vragen voor andere soorten die mogelijk invasief worden in de Nederlandse natuur.

Sterke groei

In 2014 is in opdracht van Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de eerste horizonscan van invasieve exoten voor Nederland uitgevoerd. BuRO heeft het Nederlands Expertise Centrum Exoten (NEC-E) gevraagd om deze horizonscan te actualiseren, en recent is na bijna 10 jaar een update verschenen om de lijst actueel te houden. Sinds 2014 is het aantal hoog-risicosoorten sterk toegenomen. De horizonscan 2014 noemde 90 soorten: 76 uit wetenschappelijke risicobeoordelingen en 14 met een deskundigenoordeel. In de geüpdatete horizonscan van 2022 is dit aantal gestegen tot 313 soorten: 195 uit wetenschappelijke risicobeoordelingen en 118 met een deskundigenoordeel. Dit is vooral het gevolg van de grotere beschikbaarheid van de buitenlandse literatuur. De meeste hoog-risicosoorten hebben hun oorsprong in Azië of Noord-Amerika. Ongewervelden liften vaak mee in schepen en vliegtuigen die hout, planten, groenten en fruit transporteren. Voor gewervelden en planten is de handel in soorten de belangrijkste bron van introducties en nieuwe invasies.

Van de verhandelde soorten waarvan informatie beschikbaar is over hun ecologische effecten, blijkt dat ruim de helft (63%) in potentie schadelijk is. Dat is niet verwonderlijk aangezien het voor de handel prettig is om soorten te gebruiken die niet veeleisend zijn en zich makkelijk vermeerderen. Als ze dat in gevangenschap kunnen, dan is de kans groot dat ze zich ook in het wild makkelijk vermeerderen. Op dit moment is er nog onvoldoende zicht op de belangrijkste risicosoorten in de handel om daar volledig en voldoende alert op te zijn.

En nog meer...

Helaas blijkt het niet mogelijk om alle potentiële invasieve exoten in beeld te krijgen in een horizonscan. Zo is de inmiddels invasieve gele bieslelie (Sisyrinchium californicum) in 2014 niet in beeld gekomen omdat niet bekend was dat de soort Nederland kon bereiken en omdat de ecologische risico’s onvoldoende bekend waren. Bovendien betekent plaatsing op een lijst met hoog-risicosoorten niet per se dat daarmee de preventie en snelle respons helemaal effectief zijn. Van de 90 hoog-risicosoorten in 2014 zijn er namelijk 16 soorten die zich inmiddels in Nederland op meerdere plekken hebben gevestigd. Sommige van deze soorten, zoals de wasbeer en Aziatische hoornaar, worden intensief bestreden, maar weten zich vanuit buurlanden makkelijk opnieuw te vestigen.

Wat kunnen we hiermee?

Met de nieuwe horizonscan in de hand weten Nederlandse overheden, terreinbeheerders en natuuronderzoekers naar welke gevaarlijke nieuwkomers ze extra goed uit moeten kijken. BuRO adviseert het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur om de resultaten te delen met partijen die betrokken zijn bij introducties van exoten en om uit voorzorg nieuwe exoten te verwijderen als deze in de natuur worden aangetroffen.

Invasieve exoten in je omgeving? Maak een melding of vraag subsidie aan ter bestrijding.

De FRIESE MILIEUFEDERATIE ondersteunt grondeigenaren/terreinbeheerders en vrijwilligersgroepen bij vragen die gaan over de bestrijding van invasieve plantsoorten en het aanvragen van subsidie bij de provincie om deze exoten te bestrijden.

Invasieve exoten zijn planten en dieren die van nature niet thuishoren in Fryslân. Zij brengen schade toe aan de biodiversiteit en vormen een groeiend probleem. Deze exoten komen in de natuur terecht door menselijke activiteiten zoals het dumpen van planten, ontsnapping uit gevangenschap, of via handel en transport. Ze kunnen inheemse soorten verdringen, economische schade veroorzaken en gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. De aanpak omvat preventie, bestrijding en beheersing, waarbij vroegtijdige detectie en meldingen belangrijk zijn. Deze meldingen kunnen gedaan worden op www.waarneming.nl of www.telmee.nl.

De provinsje Fryslân heeft drie subsidieregelingen beschikbaar:
– het opstellen van gebiedsplannen voor exotenbestrijding
– de bestrijding van invasieve exoten binnen specifieke natuurgebieden
– het faciliteren van vrijwilligersgroepen die zich inzetten voor exotenbestrijding.

De subsidies zijn bedoeld voor grondeigenaren/terreinbeheerders en vrijwilligersgroepen.

Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten de invasieve exoten voorkomen op de lijsten van ongewenste soorten van de Europese Unie en de provincie Fryslân. De lijsten zijn te vinden op Beleidsnotitie Invasieve Exoten Fryslân vanaf pagina 35.

Het aanvragen van subsidie kan:
– rechtstreeks bij de provincie Fryslân
– met hulp van het biodiversiteitsloket: via deze laatste route kan hulp worden geboden bij de aanvraag van de subsidie.

De subsidieregeling loopt tot 31 december 2024. Meer informatie is te vinden op de website van de provincie Fryslân.