Het Hoogheemraadschap van Delfland verzoekt het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) met spoed te beginnen met het actief afvangen van Amerikaanse rivierkreeften. Alleen op die manier kan de explosieve groei van deze invasieve exoot nog worden gestopt en kan het aantal rivierkreeften worden teruggebracht tot een niveau dat het watersysteem aankan, stelt het waterschap in een dringende brief aan het ministerie. Naast het direct starten met het actief afvangen van rivierkreeften, verzoekt Delfland in de vandaag verzonden brief het ministerie ook dringend de kosten te vergoeden die Delfland moet maken voor het herstel van schade aan de waternatuur en de waterkeringen. Daarnaast moet LVVN de uitgaven dragen die het hoogheemraadschap maakt om waternatuur en waterkeringen te beschermen tegen de vraatzuchtige en gravende Amerikaanse rivierkreeften. Delfland neemt deze stap omdat het ministerie in de afgelopen tien jaar onvoldoende effectieve maatregelen heeft genomen om de rivierkreeft te bestrijden en te beheersen, terwijl het rijk hier wel verantwoordelijk voor is. Hierdoor is het aantal rivierkreeften sinds 2010 explosief gegroeid, ook binnen het beheergebied van Delfland. En dit aantal dreigt alleen maar verder toe te nemen.
Door het uitblijven van effectieve maatregelen van het ministerie is volledige verwijdering van de Amerikaanse rivierkreeften al niet meer mogelijk. Ook wordt het door het grote aantal rivierkreeften inmiddels erg moeilijk om hun populatie terug te brengen tot een niveau dat het watersysteem aankan. Volgens de Europese Exotenverordening, die al tien jaar van kracht is, had LVVN de invasieve uitheemse soort juist zo snel mogelijk moeten bestrijden en maatregelen moeten nemen om beschadigde ecosystemen te herstellen. Delfland probeerde eerder het ministerie tot actie te bewegen. In april 2024 vroeg het Regionaal Bestuurlijk Overleg Stroomgebied Rijn-West (RBO Rijn-West), waarvan Delfland deel uitmaakt, het ministerie al dringend om vanaf januari 2025 te beginnen met wegvangen van rivierkreeften, vooruitlopend op een structurele oplossing. Het RBO Rijn-West heeft nooit een reactie ontvangen op dat verzoek en Delfland ook niet.
Ecologische schade onacceptabel groot
Delfland stelt daarom dat het niet nóg langer kan wachten op actie van het ministerie. De ecologische schade door de invasieve rivierkreeften in zijn beheergebied is onacceptabel groot en neemt alleen maar toe. Deze schade bedreigt niet alleen de waterkwaliteit (KRW), maar tast ook de door Delfland aangelegde waternatuur en biodiversiteit aan. Daarnaast graven rivierkreeften in oevers en keringen waardoor de waterveiligheid in het geding kan komen. Zonder ingrijpen zal deze schade verder toenemen, wat leidt tot meer overlast en hogere kosten. Alleen al voor de bescherming van de onderwaternatuur rekent Delfland op 13 miljoen euro in het eerste jaar en 7,3 miljoen euro in de jaren daarna. Deze kosten, zo stelt Delfland, moeten betaald worden door het rijk en niet door de inwoners van het gebied van Delfland.
Leiden
Rivierkreeften kunnen worden bestreden door ze weg te vangen of door het natuurlijk watersysteem weerbaarder te maken. Rijnland heeft er vertrouwen in dat het wegvangen van rivierkreeften een duurzame oplossing is. De kosten zijn enorm hoog en het wegvangen dient om de paar jaar herhaald te worden. Rijnland onderzoekt samen met gemeente Leiden of natuurvriendelijke oevers een effectieve maatregel kunnen zijn om de groei van het aantal rivierkreeft te remmen. Het onderzoek richt zich op de veronderstelling dat in zacht aflopende, begroeide oevers rivierkreeften minder goed holen kunnen graven en dat de aanwezigheid van schuilplaatsen tussen de oeverplanten ervoor zorgt dat de rivierkreeften meer natuurlijke vijanden om zich heen krijgt. De eerste resultaten uit 2024 op de proeflocatie in Cronesteyn zijn positief. We zien aanzienlijke afname van het aantal rivierkreeften per vierkante meter. En we verwachten dat dit ook zorgt voor verbetering van de waterkwaliteit. Medio 2025 wordt het onderzoek herhaald, en indien nodig ook in 2026.
Natuurvriendelijke oevers hebben niet alleen invloed op het aantal rivierkreeften. Ze leveren een bijdrage aan de verbetering van de waterkwaliteit en de biodiversiteit. Rijnland moedigt daarom de aanleg van natuurvriendelijke oevers aan met een subsidieregeling. Ook gemeente Leiden ziet de voordelen van de aanleg van natuurvriendelijke oevers en gaat door met de aanleg ervan. Recente projecten zijn uitgevoerd op verschillende locaties, waaronder Park Kweeklust, de PC Hooftstraat, de Wassenaarseweg en de Zwartemeerlaan.
Een proef in Leiden waarbij natuurvriendelijke oevers worden aangelegd om de Amerikaanse rivierkreeft te bestrijden lijkt dus te werken. Volgens de gemeente zijn er bij deze oevers een stuk minder rivierkreeften aangetroffen.
Waar de oevers steil zijn, vermenigvuldigen rivierkreeften zich ongebreideld zonder prooi te worden van andere dieren in de voedselketen, zegt Wouter Moerland, stadsecoloog van de gemeente Leiden tegen Omroep West. "Als we niets doen leven er veertien tot vijftien volwassen rivierkreeften per vierkante meter. En dan reken ik de kleintjes nog niet mee. Dat is aanzienlijk." Het vangen van de kreeft heeft volgens hem geen zin. "Dat is een onmogelijke opgave, omdat ze weer terugkomen." Bij de proef werd ervoor gekozen om de wateroevers minder steil en geleidelijk schuin te maken. "Hoe natuurlijker de inrichting, hoe meer leefgebied je aan dieren geeft die de kreeften opeten." Dat lijkt te werken, aldus Moerland. "Bij de natuurvriendelijke oevers zien we heel duidelijk dat er zes à zeven keer minder kreeften zijn dan bij een reguliere oever, waar dus gewoon eigenlijk niks gedaan is tegen de kreeft."