Spring naar inhoud

Groningen krijgt de ‘vijftig van 050’. Dit is een lijst met namen van inheemse bomen en planten die geschikt zijn om te worden aangeplant in de gemeente. De lijst zal worden gebruikt door projectontwikkelaars bij het realiseren van nieuwe wijken, maar is ook beschikbaar voor inwoners. Het doel is om met deze lijst de biodiversiteit te stimuleren.

Het voorstel komt uit de koker van de ChristenUnie. Laurent Dwarshuis: “Als mens zijn we rentmeester van deze schepping en is het belangrijk om niet boven de dieren en planten te gaan staan, en onze leefomgeving maar te gebruiken zoals we willen. We moeten goed zorgen voor de dieren en planten en we moeten hen de ruimte geven. In het omgevingsprogramma ‘groennormen’ leggen we nu vast hoeveel groen we willen aanleggen. Maar kwantiteit moet ook gevolgd worden door kwaliteit.”

Dwarshuis: “Ik wil graag de ecologen en betrokkenen bedanken die bij de vorige vergaderingen hebben ingesproken. Zij hebben met name mijn partij op het goede spoor gebracht. Ik plant regelmatig wat in mijn tuin en ik had helemaal niet zo door dat de ene plant veel beter is voor de biodiversiteit dan de andere. We willen daarom een lijst maken met daarop de namen van bomen en planten die goed zijn voor de biodiversiteit in onze gemeente. Het gaat dan om inheemse soorten, waarbij we exoten – planten die hier niet van oudsher voorkomen – vermijden. Deze lijst zal vervolgens worden gebruikt bij gebiedsontwikkelingen, waarbij ontwikkelaars een keuzevrijheid behouden. Ze zullen niet beperkt worden. Daarnaast willen we de lijst regelmatig updaten.”

Bewoner pleit voor inheemse soorten
Aanleiding voor de motie is het betoog dat Ritzo ten Cate onlangs hield in de gemeenteraad. Als bewoner van de Bloemsingel zag hij dat er door de gemeente exoten werden aangeplant in plaats van biodiverse soorten. Ten Cate wil deze exoten verwijderen: “Laat de natuur zoveel mogelijk haar gang gaan, dan groeit er vanzelf op wat op die plek past. Voeg hier en daar wat inheemse kruiden, planten, struiken en bomen toe. Kies daarbij vooral voor planten die bijdragen aan een mooi, groen en fleurig straatbeeld. Plant zoveel mogelijk inheemse bessenstruiken, bramen of frambozen aan, en voeg fruit- en notenbomen toe. Hoe heerlijk is het om in het najaar gratis appels, peren, pruimen en kersen uit je eigen straat te hebben? Of hazelnoten, (tamme) kastanjes, walnoten. Niet uit de supermarkt, maar gewoon gratis uit de berm of het park! Heerlijk, gezond en gratis.”

Partij voor de Dieren blij, PVV kritisch
De Partij voor de Dieren is blij met het voorstel. Bart Hekkema: “Mijn fractie vindt het heel belangrijk dat we in onze gemeente nog meer gaan stimuleren dat er inheemse soorten worden aangeplant voor bijen, vlinders en andere dieren. Vaak is het geen onwil maar onwetendheid als er planten en bomen worden geplant. Als we daar als gemeente een stap in kunnen zetten, samen met ecologen en inwoners, om de stad nog verder te vergroenen op een biodiverse manier, dan denk ik dat we een hele goede stap zetten.”

Kritiek is er ook, bijvoorbeeld van de PVV. Kelly Blauw: “Mijn fractie vindt het bizar dat wij ons als eerste gemeente in het land hiermee bezig gaan houden. Je mag toch zelf weten of je een palmboom op je balkon zet?”

Wethouder: “Blij verrast met inhoudelijke discussie”
Wethouder Mirjam Wijnja (GroenLinks) van Stadsbeheer is blij: “Ik waardeer het enorm en ben blij verrast met de enorm inhoudelijke discussie die we de afgelopen periode hebben gevoerd. Wat ik heel mooi vind, is dat deze discussie begon met kwantitatieve groennormen, waarbij we de eerste gemeente in ons land zijn die dat gaat vastleggen. Binnen die discussie, aangezwengeld door insprekers, kregen we een gesprek waarin eigenlijk vrij snel heel veel draagvlak in de raad ontstond voor het doorontwikkelen van kwalitatieve normen. En dat is super belangrijk. Dat we niet alleen kijken naar de hoeveelheid groen die we aanleggen, maar ook welke soorten groen we planten en gebruiken in onze gemeente. In de motie wordt gevraagd om een ‘groene keuzelijst’. Ik heb de afgelopen periode onderzoek gedaan en ben in gesprek gekomen met de gemeente Eindhoven. Zij hebben de ’40 van 040′. Dat zijn momenteel vijf verschillende lijsten die naar soort zijn ingedeeld en die samen met ecologen zijn gemaakt. En daar staat bijvoorbeeld heel mooi in welke bomen een goede bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Zo’n lijst kun je communiceren met ontwikkelaars en ook met inwoners. Op die manier willen wij het ook in gaan vullen.”

De motie wordt met een grote meerderheid aangenomen. Van de 42 raadsleden stemmen er 38 voor en 4 tegen. Alleen de fracties van de VVD en PVV zien niets in de plannen.

Reuzenberenklauw is een invasieve exoot die is opgenomen op de Europese Unielijst van zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Dit betekent dat er een verbod geldt op het bezit, de handel, kweek, import én het transport van deze soort. Dat verbod geldt niet alleen voor levende planten, maar ook voor alle onderdelen die kunnen overleven of zich kunnen vermeerderen – zoals zaden of worteldelen. Maar hoe zit het dan met grond waarin de plant groeit of heeft gegroeid? Mag die nog worden vervoerd en elders worden toegepast?

Reuzenberenklauw en verspreiding

De Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) groeit vooral langs watergangen, wegen en spoorlijnen. De plant ontwikkelt zich enkele jaren vegetatief voordat ze bloeit – meestal tussen eind juni en augustus. Eén bloemscherm kan meer dan 20.000 zaden produceren. Deze vallen meestal binnen 25 meter van de moederplant in de toplaag van de bodem en blijven tot wel zeven jaar kiemkrachtig.

Verspreiding vindt plaats via wind, water en – niet onbelangrijk – menselijke activiteiten zoals maaien, grondverzet en transport. Juist deze laatste vorm van verspreiding staat in toenemende mate ter discussie.

Voorbeeld uit de praktijk

In de winter werd op een locatie een reguliere in-situ partijkeuring (AP04) uitgevoerd. Er waren op dat moment geen zichtbare aanwijzingen voor de aanwezigheid van Reuzenberenklauw. Enkele maanden later stond het betreffende gebied echter vol met volwassen planten. Duidelijk is dat grond waarin zaden van Reuzenberenklauw aanwezig zijn, bij transport kan leiden tot verspreiding en hergroei op een nieuwe locatie. Dat roept de vraag op: is grondtransport in zulke gevallen nog toegestaan?

Wat zegt de wet?

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), verantwoordelijk voor toezicht op naleving van de EU-verordening, is hierover geraadpleegd. Volgens Artikel 7 van de Europese verordening is het in de handel brengen van een invasieve soort verboden als er sprake is van opzet. Met andere woorden: alleen als iemand bewust grond met zaden van Reuzenberenklauw verhandelt, is sprake van een overtreding. De bewijslast daarvoor ligt bij de NVWA. Een voorbeeld van opzet kan zijn: het afgraven van grond op een locatie waar zichtbaar bloeiende planten aanwezig zijn. Om handhavend te kunnen optreden, moet dat echter herleidbaar en aantoonbaar zijn – wat in de praktijk lastig is.

Meer nadruk op bewustwording

De NVWA benadrukt dat handhaving lastig is en richt zich daarom vooral op voorlichting en bewustwording in de sector. Net zoals bij Aziatische duizendknopen groeit ook hier de aandacht voor preventieve maatregelen. De praktijkcasus laat zien hoe belangrijk vroegtijdige signalering en zorgvuldige omgang met grond is. Zeker bij projecten met graafwerkzaamheden of grondverplaatsing, is het cruciaal om alert te zijn op mogelijke aanwezigheid van invasieve soorten. Hiermee kan verdere verspreiding worden voorkomen, maar ook dat er civiele zaken worden aangespannen als de grond toch vervuild blijkt te zijn.

Meer weten? De leermiddelen zijn beschikbaar via Groen Kennisnet

Voor professionals die in aanraking komen met invasieve exoten zijn er diverse kenniskaarten, trainingen en digitale leermiddelen beschikbaar. Deze ondersteunen bij het herkennen van soorten en het toepassen van de juiste maatregelen.

Deze leermiddelen zijn mede ontwikkeld met steun vanuit de Kennis- en Innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel.

Tot slot

Reuzenberenklauw vormt een serieuze uitdaging voor natuurbeheer en grondverzet. Door bewust om te gaan met grondstromen en gebruik te maken van beschikbare kennis, kunnen we samen verdere verspreiding beperken.


Let op: dit artikel is met zorg samengesteld door het Kennisnetwerk Invasieve Exoten in samenwerking met de NVWA en biedt algemene informatie.  Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Voor juridische interpretatie van regelgeving wordt geadviseerd contact op te nemen met de bevoegde autoriteiten.