Halsbandparkieten zijn knalgroene, luidruchtige vogels, afkomstig uit India en Centraal-Afrika. In ons land gaat het oorspronkelijk om ontsnapte en losgelaten kooivogels die verwilderd zijn en populaties hebben gevormd. Deze vogels zijn holenbroeders die ook in nestkasten broeden. Concurrentie met kauwtjes, spechten en uilen om beschikbare broedholten lijkt in weinig mate te spelen. Het broedsucces lijkt vrij laag. Heldergroen van kleur met donkerdere slagpennen. Mannetjes hebben een zwarte kin- en keelvlek en een zwarte lijn over de hals lopen die uitloopt in een oranjeroze halsband op het achterhoofd. Vrouwtjes hebben dat niet en zijn effen. Zeer korte, scherp omlaag gebogen haaksnavel (kleine papegaaiensnavel). Luidruchtig en slaapt in de winter in grote groepen in bomen. De halsbandparkiet is bezig aan een opmars. Niet alleen in Nederland, maar ook in Belgisch Limburg, zoals in Sint-Truiden, Genk, Stal (Beringen), Helchteren en Hechtel.
De halsbandparkiet behoort tot de papegaaiachtigen. Je herkent hem aan zijn gifgroene veren en een knalrode bek. Daarnaast heeft hij om zijn nek een donkere rand, dat is de halsband. De halsbandparkiet is geen trekvogel. Bij de laatste telling (2022) werden er bijna 22.000 exemplaren gespot. In de Randstad hoef je nooit lang te zoeken naar deze groene gasten, maar inmiddels kom je ze ook ver daarbuiten tegen. Wel blijven ze vooral in de stad. Daar is het vaak een paar graden warmer en is er vaak ook wat meer beschutting. Dat de parkiet het hier zo goed doet komt door verschillende factoren. Zo zijn het sociale dieren die elkaar door hun luide krijs makkelijk kunnen vinden. Daarnaast hebben wij de nieuwkomers zelf ook een handje geholpen, door ze hun favoriete snacks te serveren. Ze profiteren bijvoorbeeld van de aanplant van exotische planten die vruchten geven, zoals sierappeltjes en besjes. Maar ook de vetbolletjes en pindastrengen in de winter worden zeer op prijs gesteld.