Mieren blijken vindingrijk in het vinden van manieren om zich te verplaatsen en nieuwe regio’s te koloniseren. Ze liften zelfs mee op auto’s, zo toont een studie aan. Ze nemen hun kolonie mee, inclusief de koningin, en reizen zo naar een nieuw gebied om zich daar te vestigen. Onderzoeker Scotty Yang heeft een artikel in Ecological Entomology gepubliceerd dat dit opmerkelijke gedrag van mieren beschrijft.
Yang’s onderzoek was een burgerwetenschapsproject waarbij sociale media-berichten van mensen in heel Taiwan werden gebruikt. Hij observeerde tussen 2017 en 2023 negen verschillende mierensoorten – waaronder het spookdraaigatje en de Dolichoderus thoracicus – die stiekem op auto’s waren meegelift om zich vervolgens op verschillende plekken op het eiland af te laten zetten. De studie analyseerde verschillende factoren die mogelijk van invloed zijn, zoals het seizoen, het weer, het type auto, de locatie en hoeveel mieren er waren. Zo werd ontdekt dat de meeliftende mieren drie belangrijke dingen moeten kunnen:
- ze moeten het oppervlak van het voertuig kunnen beklimmen,
- ze moeten foerageer- en kolonisatiegedrag vertonen en
- ze moeten bestand zijn tegen de temperatuur op het voertuig waar ze zich aan vast klampen.
Van de negen onderzochte mierensoorten werden er zeven als invasief beschouwd in de gebieden waar ze werden aangetroffen. Het monitoren van invasieve insecten en hun verspreidingspatronen is cruciaal voor entomologen omdat deze soorten een bedreiging kunnen vormen voor inheemse planten en dieren. Eerder dacht men dat invasieve mieren vooral verspreid werden via transport van landbouw-, bosbouw- en tuinbouwmaterialen zoals houtblokken, planten en grond. Maar nu blijkt dat ze ook gewoon via alledaagse voertuigen nieuwe gebieden bereiken.
Het is een opmerkelijke ontdekking, want gewone auto’s zijn doorgaans geen geschikte plek voor mieren, ze kunnen er geen voedsel vinden of een nest te bouwen. Maar als mieren in overvolle kolonies leven, worden ze kennelijk gedwongen en zoeken bedreven naar nieuwe, ruimere plekken om zich te vestigen. Inheemse mieren hebben minder vaak last van deze ‘overbevolkingsdruk’, wat betekent dat invasieve soorten eerder geneigd zijn om mee te liften. Dit opent nieuwe mogelijkheden voor deze mieren om op nieuwe plekken te arriveren, wat hun verspreiding versnelt.
Voor zijn vervolgonderzoek is Yang van plan om een vergelijkbare studie op te zetten in de Amerikaanse staat Virginia. Van de honderd meest schadelijke invasieve soorten wereldwijd behoren er vijf tot de categorie mieren en twee daarvan zijn al gevestigd in Virginia: de rode vuurmier en de Argentijnse mier. Deze mieren zijn steeds verder naar het noorden aangetroffen, mogelijk vanwege de stijgende temperaturen in het afgelopen decennium. De onderzoeker hoopt de verspreiding van de meeliftende mieren nauwgezet te volgen, om zo de impact van deze invasieve insecten op inheemse ecosystemen beter te begrijpen – en te beperken.
Superkolonie in Velsen - Zuid - 18 september 2024
De bewoners van de Goeman Borgesiuslaan in Velsen-Zuid worden al tijden lastiggevallen door het mediterraan draaigatje, een invasieve mierensoort waarvan de naam schattiger klinkt dan hij in werkelijkheid is. Zowel op straat als in de woningen krioelt het van de beesten. Jinke Roode en Claudia Boerhof trekken al tijden bij de gemeente aan de bel, tot nu toe zonder veel succes. Deze mieren zijn in staat om ‘superkolonies’ te bouwen die wel honderden meters lang kunnen worden. Met soms wel tienduizenden tegelijk teisteren ze nu huizen en tuinen in Velsen-Zuid, amper te bestrijden dus.
Plaagmier
Daar waar de plaagmier eerst alleen voorkwam in steden en dorpen is ie nu voor het eerst in een natuurgebied aangetroffen. Op de Waalsdorpervlakte trof EIS-Kenniscentrum Insecten een reusachtige kolonie aan. De plaagmier (Lasius neglectus) staat er om bekend dat hij leeft in superkolonies met honderden tot duizenden koninginnen, die eitjes leggen.De plaagmieren komen oorspronkelijk uit Centraal-Azië, en zijn naar alle waarschijnlijkheid via potplanten ons land binnengekomen. In de steden zorgen ze voor flinke overlast. Zo kan bestrating flink verzakken. En nu is de plaagmier dus voor het eerst in een natuurgebied aangetroffen. Op de Waalsdorpervlakte nabij De Haag, een Natura 2000 gebied van waterwinbedrijf Dunea. Ecoloog Maarten Werink : “We gaan samen met EIS/Naturalis onderzoeken welke schade deze plaagmier in ons gebied aanricht. Hopelijk valt het wel mee. Maar als waterwinbedrijf zijn wij natuurlijk extreem alert op dit soort exoten." Naast de overlast aan gebouwen richt de plaagmier ook schade aan in de natuur. De plaagmier leeft van zoete honingdauw: een uitscheidingsproduct van bladluizen. Voor de bladluis ook fijn want ze worden verzorgd en beschermt door de plaagmier. Door de enorme aantallen plaagmieren in een boom zal het aantal bladluizen ook toenemen wat ten koste kan gaan van de boom. Ook concurreert de plaagmier met lokale mierensoorten om voedsel en habitat. Rick Buesink van EIS: “Er is heel weinig bekend van deze plaagmier. Het is dus tijd voor een grootschalig onderzoek naar hoe de plaagmier exact leeft, hoe diep die zijn tunnels graaft en hoe groot de ecologische schade is van deze megakolonies.“