Spring naar inhoud

Reuzenbalsemien

De reuzenbalsemien begint in juni te bloeien en zet dan gelijk vruchten. Om zaadvorming te voorkomen moet de plant dus vroeg gemaaid worden. Bij kleine plekken moeten de planten uitgetrokken worden en op een hoop gedeponeerd worden. Na 1 of 2 maanden moet dit worden herhaald. Als dit gedurende drie jaren wordt volgehouden dan verdwijnt de plant uiteindelijk. Dit werkt niet bij grote locaties.
In Nijmegen is met succes het project ‘Wiedewiedeweg’ uitgevoerd waar met vrijwilligers de reuzenbalsemien is bestreden. In het eerste jaar werden 22.000 planten verwijderd. In het jaar erna acht en in het derde jaar nog maar twee. De vrijwilligers zijn zo enthousiast dat ze zijn begonnen met de bestrijding van reuzenberenklauw en ze willen ook met de Japanse duizendknoop aan de slag. Vrijwilligers voelen zich betrokken bij hun omgeving en zien meteen als er weer invasieve exoten gaan groeien. Het is belangrijk om vrijwilligers te helpen, stimuleren én waarderen.

5 augustus 2024:
Het vermoeden is dat deze soort door het hoogwater in 2021 zijn verspreidingsgebied enorm is heeft uitgebreid in Limburg. Hij woekert langs de Geul, waar ook de reuzenberenklauw voorkomt.
Andere invasieve exoten zijn de watercrassula, die op de Brunssummerheide voor problemen zorgt. En de enorm hardnekkige Japanse duizendknoop. De Amerikaanse vogelkers werd eerder dit jaar nog uit het Geleenbeekdal verwijderd. In Cottessen, waar de Geul Nederland binnenstroomt, werd in augustus de springbalsemien verwijderd door een groep vrijwilligers.