Het aantal wasbeerhonden in Nederland neemt snel toe. De statistieken op Waarneming.nl. laten zien dat het aantal meldingen binnen twee jaar tijd vier keer zoveel is geworden. In 2024 zijn 189 meldingen van wasbeerhonden gedaan en dat ook in steeds meer verschillende gemeentes. In bijna alle provincies worden wasbeerhonden gezien, maar de meeste meldingen kwamen uit het noorden van het land. Wasbeerhonden zitten inmiddels ook al door de hele provincie Drenthe verspreid. In Duitsland worden er tienduizenden per jaar afgeschoten maar dat helpt niet om ze terug te dringen.
De wasbeerhond is geen familie van de wasbeer, maar van de hond. Het dier lijkt alleen niet echt op een hond, maar meer op een wasbeer of een das. Het roofdier is een nachtbraker. Hij gaat dan op zoek naar een smakelijk hapje en is niet kieskeurig. Van wortels, noten en bessen tot kikkers, insecten en vogels: hij lust het allemaal. Die maaltijd deelt de wasbeerhond met zijn of haar partner en jongen maar ook met andere wasbeerhonden, voor wiens welpen ze ook kunnen zorgen. Toch is de kans klein dat je in de winter de familie tegenkomt, dan houden ze winterrust en maken ze maar heel soms korte uitstapjes.
Als je het dier op dwaaltocht treft, vormt de wasbeerhond geen gevaar voor viervoeters. De dieren zijn mensenschuw en als de dood voor honden of katten. Omdat hij hetzelfde eet als een vos, zouden ze concurrenten kunnen zijn. Verder heeft het dier maar weinig effect op andere dieren. Ook niet op vee.
De wasbeerhond is een roofdier uit de familie der hondachtigen. Oorspronkelijk is deze soort afkomstig uit Oost-Azië. In de vorige eeuw is de wasbeerhond in het Europese deel van Rusland ingevoerd voor de pelsdierfokkerij. Vanuit fokkerijen zijn individuen ontsnapt of uitgezet en uiteindelijk verwilderd, waardoor de soort nu in grote delen van Centraal- en Noord-Europa voorkomt. In Nederland is, vrij ongemerkt, een wijdverspreide populatie ontstaan in Noord-Nederland en de Flevopolder.