Zakpijpen worden ook wel doedelzakken genoemd, daarbij verwijzend naar de vorm. Van de twintig Nederlandse soorten is de helft exoot. Ze vormen een aparte klasse. Ze leven in zee, meestal op een hardere ondergrond. Met hun buisvormige in- en uitstroomopening lijken ze op een doedelzak (zakpijp is een ouder woord). Ze worden ook wel 'zeikers' genoemd, naar de waterstraal die eruit spuit als je ze knijpt. Behalve solitaire zakpijpen zijn er ook minieme soorten die samengroeien en hele korstvormige kolonies vormen. In ons land hebben zich zowel meerdere kolonievormende als solitaire exoten gevestigd. De Stichting Anemoon heeft een poster gepubliceerd waarop de verschillende soorten zakpijpen staan afgebeeld. De exotische zakpijpen zijn meegekomen als aangroei aan scheepsrompen of als larven in ballastwater, of via materiaal voor de schelpdierkweek ingevoerd uit andere Europese kweekgebieden waar deze exoten zich al eerder vestigden.
Poster zakpijpen (Bron: Stichting ANEMOON)