Spring naar inhoud

BRON: OMROEP GELDERLAND / MELANIE LOKATE

Op de knieën en met handschoenen aan graaft ze een gat met haar handen. "Het is een hele work-out", zegt Liesbeth Brinkman. Ze is één van de vele tientallen vrijwilligers die iedere zaterdag het bos ingaan in Gorssel om de strijd aan te binden met de Japanse duizendknoop. En met succes.

De hoop dat de schadelijke plant helemaal uit te roeien is, is wel in rook opgegaan. "Dat is een gepasseerd station", zegt Chris van Dijk, onderzoeker op de universiteit in Wageningen en gespecialiseerd in de Japanse duizendknoop. Toch zit de Duizendknoop Brigade in de gemeente Lochem allerminst bij de pakken neer.

Nog een paar weken en dan kunnen de vrijwilligers tijdens de winterperiode weer even op adem komen. Sinds april is de Duizendknoop Brigade al in de weer om de wortels van de Japanse duizendknoop te verwijderen.

Steeds minder duizendknoop te zien

In het voorjaar moesten de vrijwilligers wekelijks op zaterdagochtend aan de slag. “Het stond echt helemaal vol”, zegt Liesbeth. “Maar langzaam krijgen we grip op het plantje. We doen het nu iedere twee weken anderhalf uur en daarmee kunnen we het een beetje onder controle houden.”

In groepjes van twee of drie gaan de mannen en vrouwen op stap. Met riek, schop of hark proberen ze het gewas te verwijderen. Al is geen Japanse duizendknoop meer een hele uitdaging: “Gelukkig zien we dat het steeds minder wordt en dat is echt bemoedigend.”

Het plantje helemaal uitroeien is een heel moeilijke opgave: “Je hebt net regelmatig knak gehoord toen we aan het spitten waren”, zegt Liesbeth. “Dat betekent dat we dus niet de hele wortel hebben kunnen verwijderen. Dat heeft weer tot gevolg dat het plantje weer door kan groeien.”

In elke kern een brigade

Eén van de drijvende krachten achter de brigade is Antje Heezen. Ze bindt al zeven jaar de strijd aan met de invasieve exoot. Antje had de Japanse duizendknoop in haar eigen tuin en ze ging de strijd aan: “Je hoort vaak dat het bijna niet te doen is om deze plant uit te roeien. Ik heb het geprobeerd en dat is me gelukt.”

En als het bij haar kan, dan kan het volgens Antje ook op andere plekken. Er is echter wel geduld voor nodig. Samen met natuurliefhebber Andrea van Schie vroeg ze om hulp en zo werd vorig jaar de eerste Duizendknoop Brigade opgericht.

Antje zit altijd op haar krukje als ze het graven is naar de wortels van de Japanse Duizendknoop.

Antje zit altijd op haar krukje als ze het graven is naar de wortels van de Japanse Duizendknoop.© Omroep Gelderland

Hoe groter de wortel is, hoe groter de lol. Het is natuurlijk altijd leuk als je een hele mooie grote wortel scoort.

Antje Heezen, oprichter Duizendknoop Brigade

"In Gorssel zijn inmiddels twee brigades actief en ook Eefde is opgestaan. Ik hoop dat er in iedere Lochemse kern een brigade komt, want het plantje groeit op tal van plekken in de gemeente", zegt Heezen. Maar is dit een taak van burgers of hebben we daar de gemeente voor? “Dat kan je je afvragen”, zegt Heezen. Ze vertelt dat afvalverwerkingsbedrijf Circulus-Berkel drie keer per jaar maaide, maar dat de duizendknoop iedere keer heel snel weer terug groeide.

“Ik dacht dat het handig was om tussendoor ook aan de slag te gaan en dus is een samenwerking ontstaan tussen de gemeente Lochem, de bewoners en Circulus. We krijgen bijvoorbeeld speciale duizendknoop afvalbakken.”

Andrea vult aan: “De gemeente heeft ons ook nodig, want het uitroeien kost klauwen met geld en het geld van de gemeente kan ook ergens anders voor gebruikt worden. We kunnen als gemeenschap ook de handen uit de mouwen steken en zelf iets doen.”

Weet jij hoe hij eruitziet?

In de media horen we met enige regelmaat over de Japanse duizendknoop en dat er allerlei methoden geprobeerd worden om hem te verwijderen. “Toch kennen heel veel mensen deze plant niet”, zegt Van Schie. “Doordat wij hier nu heel actief mee aan de slag zijn, leren mensen de plant kennen. Ze leren ook de gevolgen kennen. Bewustwording is dus ook heel erg belangrijk.”

En dat is nodig ook, want volgens onderzoeker Van Dijk kan iedereen die een schop in de hand heeft helpen. "De plant zit overal, je kunt het niet eens meer in vierkante meters aangeven. Hij zit overal in Gelderland en ook in de rest van het land", zegt Van Dijk.

"Hoewel je niet de illusie moet hebben dat de plant nog weggaat, moet je 'm wel aanpakken. Al lijkt het soms ook wel dweilen met de kraan open. Als je dat niet doet, richt de plant alleen maar meer schade aan. Dus blijven bestrijden. Je moet er bovenop zitten."

Vorig jaar was de Japanse duizendknoop nog volop aanwezig in Gorssel (rechts onderaan op de foto)

Vorig jaar was de Japanse duizendknoop nog volop aanwezig in Gorssel (rechts onderaan op de foto)© Antje Heezen Duizendknoop Brigade

Japanse duizendknoop

De Japanse duizendknoop komt uit Oost-Azië. De plant is tussen de 1 en 3 meter hoog. Tussen de bladeren bloeien witte bloemen. De plant heeft dikke oranje wortels en daar zit het probleem. Als je naar de wortel kijkt kun je volgens Antje Heezen initiatiefnemer van de Duizendknoop Brigade goed zien waarom hij duizendknoop heet.

"Bij elke punt zit een knoop en bij elke knoop kan weer een plantje groeien. Op deze manier vertakt hij zich heel snel." Wil je de plant uitroeien dan moet je de hele wortel weghalen. "Een stukje van twee centimeter kan namelijk weer leiden tot een nieuwe uitgroei van de plant", legt Heezen uit.

Volgens Chris van Dijk, Onderzoeker Plant en Milieu aan de Wageningen University & Research is de plant vooral een probleem in natuurterreinen. De planten die wel in Nederland thuishoren krijgen door de duizendknoop geen kans en verdringt ze. "Er groeit gewoon helemaal niets onder of in de buurt van Japanse duizendknoop", zegt hij. Maar ook in stedelijk gebied zijn de gevolgen groot: "De plant veroorzaakt schade aan de infrastructuur, kabelgoten, kabelkastjes en bouwwerken. Hij komt ook veel voor in middenbermen van snelwegen."

Doorzettingsvermogen

Of ze ooit klaar zijn? “Ja, dat is de vraag!”, zegt Antje Heezen. “We weten gewoon dat we een lange adem nodig hebben, van waarschijnlijk een paar jaar en dan hopen we dat we gewonnen hebben.”

Ze hoopt dat de vrijwilligers enthousiast blijven. “In eerste instantie gaat het allemaal heel snel, want je hebt heel veel zichtbare planten als je begint. Maar na verloop van tijd zoek je miniplantjes. Je weet dan dat er een heel wortelstelsel onder kan zitten. Je wordt dan een soort archeoloog."

Doel is om de exoot te laten verdwijnen: “Hoe groter de wortel is, hoe groter de lol”, lacht Antje. “Het is altijd leuk als je een hele mooie grote wortel scoort.” Maar ook als die grote wortels niet hebt, levert het iets anders op: “Het is echt supergezellig, iedere zaterdag. Je bent samen met je buren, we drinken nadat we aan de slag geweest zijn samen een kop koffie en dat is net zo veel waard”.

Het seizoen loopt nu ten einde. Deze maand gaat de brigade nog op pad en daarna begint de winterperiode. “Ik ben heel blij dat het jaar erop zit en dat we even iets anders kunnen doen", zegt Van Schie. “Maar vanaf april staan we weer paraat hoor”, zegt Liesbeth.

Cap de Creus aan de Costa Brava is een prachtig natuurgebied met een ruige kustlijn en diverse ecosystemen. Als onderdeel van het Cap de Creus Natuurpark herbergt het veel inheemse planten en dieren. Helaas staat het onder druk door invasieve soorten, zoals de vijgcactus, die de lokale biodiversiteit bedreigen. Sinds april 2024 worden parasitaire insecten gebruikt om de invasieve soort te bestrijden.

De laatste jaren zijn onderzoekers en natuurbeschermers steeds meer bezig met biologische bestrijding als methode om invasieve soorten te reguleren. Dit houdt in dat natuurlijke vijanden, zoals parasitaire insecten, worden ingezet om de aantallen van deze invasieve planten te verlagen.

Een recent initiatief dat zich richt op deze benadering is het Europese LIFE medCLIFFS-project. Dit project heeft als doel om de impact van invasieve soorten in dit deel van Catalonië te verminderen, terwijl het tegelijkertijd de bescherming van de inheemse flora en fauna versterkt.

De strijd tegen invasieve soorten in Cap de Creus omvat verschillende aanpakken. Een van de nieuwste innovaties is het infecteren van gezonde “figuera de moro”-planten met parasitaire insecten. Dit doel dient om de voortplantingscapaciteit van de “opuntia ficus-indica”, of vijgcactus, te verminderen en hun algehele aanwezigheid in het ecosysteem te verzwakken.

De parasitaire insecten, zoals de “dactylopius opuntiae”, zijn speciaal geselecteerd omdat ze zich uitsluitend richten op de vijgcactus. Hun aanwezigheid resulteert in een duidelijke afname van de vitaliteit van de bomen, waardoor ze niet langer in staat zijn om zich voort te planten en zich verder te verspreiden. Dit biedt hoop voor het behoud van de inheemse soorten die in dit fragiele ecosysteem leven.

De focus ligt daarom op het minimaliseren van de impact van de vijfcactus op de inheemse flora. Door specifieke gebieden te beschermen en controlemaatregelen te nemen, kunnen de gevolgen van deze invasieve soort worden beperkt. Dit betekent dat cactussen in het Cap de Creus natuurgebied er soms dood uitzien, maar dat is opzettelijk gedaan door parasitaire insecten in te zetten ter verdediging van de inheemse planten.