Spring naar inhoud

Bestrijding reuzenplanten

Reuzenberenklauw en Reuzenbalsemien zijn beruchte invasieve exoten die grote schade aanrichten aan biodiversiteit en maatschappij. Bestrijding wordt vaak pas in de zomermaanden ingezet. Terwijl er juist in het voorjaar veel winst te behalen is, als deze reuzen nog klein zijn en nog geen zaden hebben ontwikkeld.

Kiemplant Reuzenbalsemien

Kiemplant Reuzenbalsemien (Bron: Baudewijn Odé)

Zowel reuzenbereklauw (Heracleum mantegazzianum) als reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera) komen oorspronkelijk uit Azië en zijn in de negentiende eeuw in ons land geïntroduceerd als tuinplant. Hoewel beide plantensoorten een hoge sierwaarde hebben, hebben hun minder gewenste eigenschappen zich ook nadrukkelijk laten gelden sinds hun introductie. Reuzenberenklauw en Reuzenbalsemien kunnen beiden dusdanig dominant voorkomen, dat zij de inheemse flora wegconcurreren. Als deze reuzen in het najaar afsterven, laten zij een kale bodem achter die gevoelig is voor erosie. Dit is met name op dijken een ongewenste situatie, als deze zwakker worden en er een groter risico op dijkdoorbraken en wateroverlast ontstaat. Daarnaast kan het sap van Reuzenberenklauw brandwonden veroorzaken als het in contact komt met de huid. Niet voor niets staan Reuzenberenklauw en Reuzenbalsemien op de Unielijst. Dit is een Europese zwarte lijst met invasieve exoten die grote schade aanrichten in de lidstaten van de Europese Unie. Hoewel deze soorten in Nederland wijd verspreid zijn, en er geen landelijke bestrijdingscampagne bestaat, zijn diverse beheerders (gemeenten, waterschappen en beheerders van natuurterreinen) toch bezig om deze soorten in te perken.

Vroege bestrijding maakt het verschil

Gelukkig is bestrijding van deze soorten eenvoudig en gebeurt dat op steeds meer plekken in Nederland. Wat opvalt is dat bestrijding vaak later in het seizoen plaatsvindt, terwijl er juist veel winst te behalen is in het voorjaar, als de planten nog klein zijn en nog geen zaden hebben ontwikkeld. Veel schade aan biodiversiteit en maatschappij wordt voorkomen door de planten tijdig te verwijderen of te voorkomen dat ze reusachtig groot worden.

Reuzenberenklauw

Vrijwilligers steken kiemplanten Reuzenberenklauw uit.

Vrijwilligers steken kiemplanten Reuzenberenklauw uit. (Bron: Baudewijn Odë)

Vanaf half april kunnen de planten met een schep uitgestoken worden. De plant vormt dikke wortels en als je die tot zeker een keer spadediep uitsteekt, is de kans aanwezig dat de plant niet meer uitgroeit. De plant kan in zijn geheel weggegooid worden bij het GFT. Belangrijk is om de populatie nog zeker vijf jaar in de gaten te houden en opkomende planten (opnieuw) uit te steken. Nieuwe planten kunnen ontstaan uit achtergebleven wortelstokken of zaden uit de zaadbank. Zaden zijn meestal tot vijf jaar kiemkrachtig. Dus als een populatie vijf jaar geen gelegenheid krijgt om zaden te vormen, is de strijd gewonnen. Let wel goed op je eigen veiligheid! Met kleding en beschermingsmiddelen kan je voorkomen dat de plantsappen in contact komen met jouw huid.

Reuzenbalsemien

In Natura 2000-gebied de Biesbosch werken de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant samen aan de beheersing van de reuzenbalsemien. De plant verstoort namelijk de biodiversiteit (De verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied) in de Nederlandse natuur. Kunstmatige intelligentie helpt bij het onderzoek naar de verspreiding van de plant. Dat is nodig om tot een sterk plan van aanpak te komen voor de beheersing. De reuzenbalsemien is een invasieve exoot. De plant met zijn kenmerkende roze bloemen komt uit de Himalaya en doet het in Nederland ook heel goed. Reuzenbalsemien groeit vooral langs rivier- en beekoevers en in natte graslanden. In deze gebieden tast de plant de biodiversiteit aan. Hij concurreert hier namelijk met inheemse plantsoorten zoals de bittere veldkers en moerasstreepzaad om ruimte, licht en voeding. Hij verdringt deze planten. Daardoor vermindert ook de diversiteit van insecten die hier van nature voorkomen. Deze insecten zijn namelijk afhankelijk van de inheemse planten.

In de winter sterft de reuzenbalsemien af en ontstaan er kale en daardoor kwetsbare oevers. Hierdoor is de kans dat de oever wegspoelt erg groot. Dit leidt tot een verslechtering van het watersysteem en vergroot de kans op overstroming van de gebieden eromheen. Omdat deze exoot zich snel verspreidt, is het moeilijk om deze te bestrijden. Dat zien de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant in het Natura 2000-gebied de Biesbosch. Dit zoetwatergetijdengebied op de grens van de twee provincies is dan ook de perfecte vestigingsplaats voor de exoot. Het is belangrijk om onderzoek naar de verspreiding van de plant te doen. Op die manier brengen we de mogelijkheden voor bestrijding of beheersing in kaart.

Het onderzoek naar de verspreiding van de reuzenbalsemien is door Ecogoggle uitgevoerd met drones en kunstmatige intelligentie. Vanuit de lucht zie je namelijk het beste waar de plant staat. De waterrijke Biesbosch is een vrij ontoegankelijk gebied voor de mens. Op de beelden die de drones maken, is te zien waar er reuzenbalsemien staat en hoeveel. Kunstmatige intelligentie helpt bij de analyse van de beelden en maakt een analyse van het hele natuurgebied.

Uit de analyse komt een duidelijke kaart waarop de verspreiding van de reuzenbalsemien in het gebied te zien is. Met de informatie uit dit onderzoek maken de provincie Zuid-Holland en de provincie Noord-Brabant samen een plan voor een effectieve uitvoering. Zo pakken we de reuzenbalsemien aan en brengen we de diversiteit in de Biesbosch weer in balans.