Spring naar inhoud

De provincie Zeeland is afgelopen week gestopt met het betalen voor de bestrijding van de Aziatische hoornaar. Gemeenten nemen die verantwoordelijkheid nu over. Dat leidt tot misverstanden, merkt Diana Roelands van het Aziatische Hoornaarteam Zeeuws-Vlaanderen. "Ik krijg nu paniekerige telefoontjes van mensen die bang zijn dat hun nest blijft zitten."

Diana Roelands met een paar oude hoornaarsnesten

Diana Roelands met een paar oude hoornaarsnesten © Omroep Zeeland

Ruim anderhalf jaar geleden maakte de provincie bekend dat de gemeentes de bestrijding van de invasieve exoot zouden gaan overnemen. Er stond dit jaar nog een laatste keer 150.000 euro bestrijdingsgeld op de planning. Maar omdat de hoornaarspopulatie explosief bleef groeien, besloot de provincie nog eens 150.000 euro extra uit te trekken. Dat geld is nu besteed. Vanaf afgelopen donderdag moeten de bestrijdingskosten uit de gemeentepotjes komen. "Maar in de praktijk verandert er niks", benadrukt Roelands.

Paniek

De Zeeuws-Vlaming is een beetje geïrriteerd dat er mensen zo in paniek raken. "Ik hoorde dat in Nummer Eén inwoners zelf hoornaars vangen omdat ze hebben gehoord dat de provincie niks meer doet. Dan zijn ze blij dat ze vier hoornaars in een val hebben gelokt. Vier hoornaars! Mijn God. In een nest zitten er tussen de 5.000 en 8.000. Begrijp me niet verkeerd: natuurlijk is het goed dat inwoners het heft in eigen handen nemen. Maar ook in Nummer Eén kunnen ze gewoon de gemeente bellen. Dan halen we gelijk het hele nest weg."

Een hoornaarsnest in Zuiddorpe

Een hoornaarsnest in Zuiddorpe © Omroep Zeeland

Wel blijft het zeer de vraag of de Zeeuwse gemeenten de explosieve groei van de hoornaars überhaupt een halt kunnen toebrengen. "Dat wordt inderdaad lastig", knikt Roelands. "Maar we kunnen wel proberen de populatie binnen de perken te houden." Ze wil er niet aan denken wat gebeurt als de hoornaar vrij spel krijgt. "Dan blijven er op een duur alleen maar hoornaars over. Die bestuiven niet, en een groot deel van ons voedsel heeft bestuiving nodig. Dus hoe gaan wij dat dan doen? Gaan we dan zelf alles bestuiven met een kwastje?"

Ze maken heel veel geluid en zijn graag samen. De groene halsbandparkiet is niet meer weg te denken uit Utrecht. "De vogels hebben weinig natuurlijke vijanden." Eens in de drie jaar, in de winter, wordt de halsbandparkiet geteld door Sovon Vogelonderzoek Nederland. Hiervoor wordt gekeken op welke plekken de vogels overnachten. Bij de laatste telling in de winter van 2021-2022 waren er zo'n 950 halsbandparkieten in deze regio, vertelt Albert de Jong van Sovon. Afgelopen winter was er weer een telling en werd stad en land weer afgezocht.

Favoriete plekken

"Uiteindelijk bleken ze toch weer allemaal naar dezelfde plekken te zijn gegaan", vertelt De Jong. Nu leven er 1300 halsbandparkieten op verschillende plekken in Utrecht. De omgeving van de Weerdsingel in de binnenstad is hun favoriete plek om te leven en slapen. De opvallende verschijningen zijn ook vaak te bewonderen op de Tolsteegbrug en op de Weerdbrug. Park Grauwaert in Leidsche Rijn is de enige plek waar de parkiet, afgezien van het centrum, veel overnacht. De halsbandparkiet is vooral veel te vinden in stedelijk gebied en op plekken waar veel waterwegen zijn, vertelt De Jong. Bomen en struiken met vruchten zijn ook geliefd. De Weerdsingel in de Utrechtse binnenstad is dus populair omdat het een kruising is van de Leidsche Rijn, de singel en van de Vecht. Daarnaast is het een beschutte plek, vult De Jong aan.

Weinig overlast

Volgens Timo Roeke van de Vogelbescherming zorgt de halsbandparkiet niet voor overmatige overlast. Natuurlijk maken vogels veel geluid en poepen ze overal, vertelt hij. De stad is een fijne verblijfplek voor deze parkiet omdat er in de winter vaak wordt bijgevoerd. Pierre Jongerius is fruitteler en voorzitter van de Utrechtse Afdeling van de Nederlandse Fruittelers Organisatie. Zijn bedrijf heeft nog geen schade opgelopen. Toch is hij nu al bezorgd en denkt hij dat het over enkele jaren een probleem is. De vogels vliegen bijna dagelijks over zijn fruitbedrijf in Houten. "Het is een probleem uit de stad", zegt hij.

Zowel De Jong als Roeke ziet nog geen reden om de parkieten te verjagen. Alleen als er inheemse vogels worden aangevallen, gaan ze alarm slaan, zegt Roeke. Dat is nu nog niet het geval volgens hem. Verjagen door andere dieren gebeurt ook niet op grote schaal. "Ze hebben weinig natuurlijke vijanden, want het zijn heel slimme, intelligente vogels", zegt De Jong. De halsbandparkiet is door ontsnapping of vrijlating sinds de jaren 60 te zien in Nederland. De vogel komt van oorsprong uit India en Afrika. Vanaf 2000 is het aantal harder gegroeid. Dat komt door onder andere warmere winters en het bijvoeren door mensen.