Spring naar inhoud

Ze maken heel veel geluid en zijn graag samen. De groene halsbandparkiet is niet meer weg te denken uit Utrecht. "De vogels hebben weinig natuurlijke vijanden." Eens in de drie jaar, in de winter, wordt de halsbandparkiet geteld door Sovon Vogelonderzoek Nederland. Hiervoor wordt gekeken op welke plekken de vogels overnachten. Bij de laatste telling in de winter van 2021-2022 waren er zo'n 950 halsbandparkieten in deze regio, vertelt Albert de Jong van Sovon. Afgelopen winter was er weer een telling en werd stad en land weer afgezocht.

Favoriete plekken

"Uiteindelijk bleken ze toch weer allemaal naar dezelfde plekken te zijn gegaan", vertelt De Jong. Nu leven er 1300 halsbandparkieten op verschillende plekken in Utrecht. De omgeving van de Weerdsingel in de binnenstad is hun favoriete plek om te leven en slapen. De opvallende verschijningen zijn ook vaak te bewonderen op de Tolsteegbrug en op de Weerdbrug. Park Grauwaert in Leidsche Rijn is de enige plek waar de parkiet, afgezien van het centrum, veel overnacht. De halsbandparkiet is vooral veel te vinden in stedelijk gebied en op plekken waar veel waterwegen zijn, vertelt De Jong. Bomen en struiken met vruchten zijn ook geliefd. De Weerdsingel in de Utrechtse binnenstad is dus populair omdat het een kruising is van de Leidsche Rijn, de singel en van de Vecht. Daarnaast is het een beschutte plek, vult De Jong aan.

Weinig overlast

Volgens Timo Roeke van de Vogelbescherming zorgt de halsbandparkiet niet voor overmatige overlast. Natuurlijk maken vogels veel geluid en poepen ze overal, vertelt hij. De stad is een fijne verblijfplek voor deze parkiet omdat er in de winter vaak wordt bijgevoerd. Pierre Jongerius is fruitteler en voorzitter van de Utrechtse Afdeling van de Nederlandse Fruittelers Organisatie. Zijn bedrijf heeft nog geen schade opgelopen. Toch is hij nu al bezorgd en denkt hij dat het over enkele jaren een probleem is. De vogels vliegen bijna dagelijks over zijn fruitbedrijf in Houten. "Het is een probleem uit de stad", zegt hij.

Zowel De Jong als Roeke ziet nog geen reden om de parkieten te verjagen. Alleen als er inheemse vogels worden aangevallen, gaan ze alarm slaan, zegt Roeke. Dat is nu nog niet het geval volgens hem. Verjagen door andere dieren gebeurt ook niet op grote schaal. "Ze hebben weinig natuurlijke vijanden, want het zijn heel slimme, intelligente vogels", zegt De Jong. De halsbandparkiet is door ontsnapping of vrijlating sinds de jaren 60 te zien in Nederland. De vogel komt van oorsprong uit India en Afrika. Vanaf 2000 is het aantal harder gegroeid. Dat komt door onder andere warmere winters en het bijvoeren door mensen.

Op het terrein van The Field in het Stationsgebied groeit de Japanse Duizendknoop. Dat is een invasieve exoot van de inheemse planten verdringt en met krachtige wortelstokken die schade kunnen aanrichten aan funderingen, wegen en rioleringen. De plant is moeilijk te bestrijden.

De gemeente Leiden is in navolging van proeven in andere gemeenten begonnen met het bestrijden van de plant met behulp van biggen. Leiden beschikte altijd wel over een beperkt aantal biggen bij de kinderboerderij in de Merenwijk. “Die worden nu uitgedaagd om meer natuurlijk gedrag te vertonen omdat ze op zoek moeten naar voedsel”, schrijft wethouder Ashley North in een korte aan de Leidse gemeenteraad.

Omdat de biggen niet alleen de planten openen, maar ook de grond loswoelen en de wortels uit de grond trekken om op te eten, beïnvloedt de Japanse Duizendknoop na verloop van tijd verbruikt en sterft uiteindelijk af. "De locatie op The Field is goed geschikt. Het is een afgesloten terrein. Begin dit jaar is de omheining van het terrein versterkt en verbeterd om te voorkomen dat het terrein in de nacht wordt betreden. En het gebiedje waar de JDK groeit, tegen de spoordijk, is met een dubbele hek afgezet om te voorkomen dat de biggen uitbreken.

Om de gezondheid en het welzijn van de groten goed in de gaten te houden, krijg ze dagelijks bezoek van medewerkers van de kinderboerderij. Ook de medewerkers van The Field houden een oogje in het zeil. Ook wordt ervoor gezorgd dat de varkens niet alleen Japanse duizendknoop te eten hebben. Ze worden daarom bijgevoerd met andere plantaardige bronnen.

Afhankelijk van het succes van deze aanpak wil de gemeente de grotere langer en mogelijk ook op andere plekken inzetten.