Spring naar inhoud

De inwoners van het Vlaamse Schoten hebben de aanval ingezet op de Aziatische hoornaar. Samen hebben ze dit voorjaar 820 koninginnen gevangen. ‘Met een mengsel van trappist en wijn vang je de meeste. Daar zijn ze verzot op.’ Marc Puttemans (77) opent voorzichtig een blauw tupperwaredoosje dat hij in zijn diepvriezer bewaart. Er zitten negentien kadavers in van Aziatische hoornaars die hij dit voorjaar heeft gevangen in zijn tuin. “Mijn trofeeën”, lacht de gepensioneerde Schotenaar. Er zijn dit voorjaar al 8.000 Aziatische hoornaars gespot in Vlaanderen, bijna dubbel zoveel als vorig jaar. Dat is slecht nieuws voor de natuur, want de exoot heeft het vooral gemunt op honingbijen en andere inheemse insecten zoals hommels, vliegen en vlinders.

“Als ex-imker weet ik hoe gevaarlijk ze zijn”, zegt Puttemans. “De Aziatische hoornaar is bijzonder expansief: ze gaan voor een bijenkast hangen en bijten de bijen die eruit komen de kop af. Het zijn echte moordenaars.” In Schoten willen ze daar iets aan doen. Eind februari organiseerde de gemeente een infosessie voor vrijwilligers die de strijd willen aangaan tegen de Aziatische hoornaar. Een honderdtal inwoners doet mee en in elke wijk staan ondertussen vallen opgesteld. “Samen hebben we dit voorjaar 820 koninginnen gevangen”, zegt schepen van Groen en Afval Christof Victor, die zelf ook imker is. “Dat is fantastisch nieuws: elke gevangen koningin kan géén nieuw secundair nest meer bouwen – en dus honderden werksters minder voortbrengen.”

De Aziatische hoornaar bouwt twee types nesten: eerst een klein primair nest in de lente en daarna een groot secundair nest vanaf de zomer. “Die secundaire nesten kunnen tot 1 meter groot zijn”, weet Marc Puttemans. “Omdat ze heel hoog in de bomen zitten, zijn de hoornaars na juni zeer moeilijk te verdelgen. Vandaar dat het zo belangrijk is om ze in het voorjaar te vangen.”

Lokvallen

In zijn tuin heeft Marc Puttemans verschillende lokvallen geplaatst waarin hij een in bier gedrenkt keukenpapier legt. “Grenadine werkt ook, maar met een mengsel trappist en wijn vang je de meeste. Daar zijn ze verzot op.” Op een bankje naast zijn tuinhuis staat de selectieve lokval die hij van de gemeente kreeg. De Europese hoornaar en kleinere insecten kunnen er terug uit vliegen, maar eens binnen zit de Aziatische hoornaar onherroepelijk vast.

Aan de steeneik aan de andere kant van de tuin heeft Marc Puttemans een BSI-val hangen. Door de speciale gaatjes kan de geur van het bier goed worden verspreid. “Nadeel is dat de Europese hoornaar ook vast komt te zitten”, zegt Puttemans, die intussen wel een vernuftige manier gevonden heeft om ze te scheiden van de Aziatische. “Ik steek de val enkele minuten in de diepvriezer. Dan zijn de insecten verdoofd zodat ik de Europese hoornaar zonder risico kan bevrijden. Als ik ze in de zon leg, vliegen ze zo weer uit. De Aziatische hoornaar verplaats ik dan definitief naar de diepvries.”

Je kunt de twee hoornaars van elkaar onderscheiden dankzij hun kleurpatroon. De Aziatische hoornaar is bijna helemaal zwart, met een gele band op het achterlijf en gele pootjes. De Europese hoornaar is overwegend roodbruin, waarbij de meeste achterlijfsegmenten geel gekleurd zijn. In tegenstelling tot wat veel mensen denken is de Europese hoornaar iets groter dan zijn Aziatische broer, maar hij is veel minder schadelijk voor een bijenvolk.

Recordvanger

Hun successen en tips voor een goede vangst delen de inwoners met elkaar in een whatsappgroep. “Mijn vriendin doet ook mee”, zegt Puttemans. “Zij heeft er al vijf gevangen. Ook een goed resultaat, omdat ze in een meer bebouwd gebied woont.” Recordvanger in Schoten is Ulrik Dobbé, boswachter van het privaat natuurgebied La Garenne tussen Schoten en Brecht. Hij ving tot nu toe al 140 koninginnen. “Ik heb twintig vallen geplaatst. Dagelijks spendeer ik zo’n anderhalf tot twee uur aan het controleren ervan.” In de loop van de maand juni organiseert het lokaal bestuur van Schoten een tweede infosessie waarop zowel het herkennen als het bestrijden van secundaire nesten aan bod komt. “Het maakt niet uit hoeveel koninginnen je vangt, élk exemplaar minder draagt bij aan de bescherming van ons milieu”, besluit schepen Christof Victor.

De klimop, een klimplant gewaardeerd om zijn esthetiek, wordt een echtE plaag voor de Nederlandse tuinen door de aziatische hoornaars aan te trekken. Deze invasieve insecten vormen een ernstige bedreiging voor de bijen en, in bredere zin, voor het ecosysteem. Door nectar en pollen aan te bieden, dient de klimop als een toevluchtsoord voor hoornaars, vooral in de herfst, wanneer het een van de weinige voedselbronnen voor insecten is. Tuinders moeten daarom voorzichtig handelen tegenover deze zorgwekkende situatie voor de biodiversiteit.

De essentie van de informatie

  • De klimop is aantrekkelijk maar trekt de aziatische hoornaars aan.
  • Deze hoornaars bedreigen de bijen en het ecosysteem.
  • De klimop biedt nectar in de herfst, wat insectenpollinators aantrekt.
  • Tuinders moeten waakzaam zijn tegenover deze bedreiging voor de biodiversiteit.

De klimop wordt vaak geprezen om zijn esthetiek in tuinen, maar hij brengt ook risico’s met zich mee. Inderdaad, zijn aantrekkingskracht beperkt zich niet tot zijn schoonheid; hij trekt ook de aziatische hoornaars aan, gevaarlijke insecten die een ernstige bedreiging voor de biodiversiteit vormen. Dit fenomeen roept grote zorgen op voor Nederlandse tuinders, wiens inspanningen om uitnodigende bloeiende ruimtes te creëren in gevaar kunnen komen.

De aziatische hoornaars en hun impact

De aziatische hoornaars is een invasieve soort die in verschillende ecosystemen zijn geïntroduceerd, waar ze de natuurlijke evenwichten verstoren. Door vooral de bijen te bedreigen, zetten deze hoornaars de bestuiving van planten onder druk, een proces dat essentieel is voor de overleving van veel plantensoorten. Hun groeiende aanwezigheid onderstreept het belang van het monitoren van de impact die ze hebben op het lokale ecosysteem, evenals op de landbouwgewassen.

De cruciale rol van de klimop

Ondanks zijn aantrekkingskracht speelt de klimop een essentiële rol in het milieu door nectar en pollen aan een verscheidenheid van insectenpollinators te bieden. In de herfst blijkt het een van de weinige beschikbare voedselbronnen voor deze insecten te zijn, wat het een belangrijke plant maakt voor de overleving van verschillende soorten, inclusief afnemende pollinators zoals bijen. Dit paradoxe benadrukt de noodzaak van een evenwicht tussen de esthetiek van de tuin en de ondersteuning van de biodiversiteit.

Risico’s van de coexistence

Terwijl de klimop verschillende insectenpollinators blijft aantrekken, vormt zijn vermogen om kolonies van aziatische hoornaars te concentreren een uitdaging. De hoge aanwezigheid van hoornaars rond deze klimplant vergemakkelijkt de ontwikkeling van hun kolonies, wat het risico van interactie met mensen vergroot. Het is echter belangrijk op te merken dat hoornaars over het algemeen niet agressief zijn wanneer ze zich voeden, waardoor het onmiddellijke gevaar voor tuinders vermindert.

Observatie en mitigatiestrategieën

Een proactieve benadering bestaat uit het observeren van de hoornaars rond de klimop, wat kan helpen bij het lokaliseren van hun nesten. Deze strategie kan waardevol zijn om hun aanwezigheid te beheren zonder conflicten te veroorzaken. Door maatregelen te nemen om kolonies te identificeren en te surveilleren, kunnen tuinders beter hun ruimtes beschermen terwijl ze de biodiversiteit behouden. Het is echter essentieel om voorzichtig te werk te gaan en de wetgeving inzake biodiversiteit in acht te nemen bij het beheer van aziatische hoornaars.

Het belang van waakzaamheid

Tuinders moeten waakzaam blijven tegenover de bedreiging van de aziatische hoornaars. De schoonheid van de klimop kan een gevaar voor de biodiversiteit verbergen, en het is cruciaal om tuinierpraktijken te hanteren die niet alleen rekening houden met de esthetiek maar ook met de gezondheid van de ecosystemen. Uiteindelijk is een harmonieuze balans tussen de verschillende soorten noodzakelijk om een gezonde en gastvrije tuin te behouden.