Spring naar inhoud

Casarca’s

De Casarca (Tadorna ferruginea) is een eendensoort die verwant is aan de Bergeend (Tadorna tadorna). De soort broedt van oorsprong in het zuiden van Azië, noordwesten van Afrika en zuidoosten van Europa. Voorts is er een verwilderde populatie ontstaan in delen van Centraal en West-Europa, waaronder Nederland. Al decennialang worden in waterrijke gebieden in Nederland pleisterende Casarca’s gezien. In de jaren negentig begonnen de aantallen in de zomermaanden sterk toe te nemen. De aantallen nemen nog altijd sterk toe, met in 2022/23 de hoogste gemiddelde aantallen. Het werd duidelijk dat broedvogels van elders naar Nederland trokken om daar de (vleugel)rui door te brengen op rustige zoetwatermeren. Hoewel vogels verspreid over waterrijke gebieden in het land opdoken, waren de vier voornaamste ruiplekken: Eemmeer, Lauwersmeer, de Kreupel en de Ventjagersplaten in het Haringvliet. Tot voor kort ruide het leeuwendeel op het Eemmeer, recent is het IJsselmeer en dan met name De Kreupel belangrijker geworden. Daar werden in 2022 maximaal bijna 1500 vogels geteld. Daarna volgde het Markermeer (251) en het Haringvliet (215). Ook het Volkerakmeer is in opkomst, met een maximum van 148 vogels. Het ontstaan van de ruiconcentratie op het Eemmeer was reden voor het oprichten van de Werkgroep Casarca Nederland, die daar startte met een kleurring- en zenderonderzoek. Na de ruitijd bleken de vogels wat uit te zwermen over waterrijke gebieden in Nederland. In de winter- en broedperiode bleken de meeste vogels te worden gemeld uit Duitsland en dan vooral het stroomgebied van de Rijn in Noordrijn-Westfalen en daarnaast veel zuidelijker, in het gebied van Neurenberg tot de grensstreek met Zwitserland. Deze regio’s blijken ook broedpopulaties te herbergen. Het is aannemelijk dat de aantallen hier sterk zijn toegenomen. Ook op de Bodensee – rui- en overwinteringsgebied voor de soort – is een sterke toename van de aantallen vastgesteld. Geen van de terugmeldingen van het ring- en zenderonderzoek kwam uit het natuurlijke broedareaal in Zuidoost-Europa. De Nederlandse populatie pleisteraars betreft dus (vooral) Duitse broedvogels, waarvan wordt verondersteld dat dit nazaten zijn van vogels afkomstig uit watervogelcollecties. Europese broedverspreiding van de Casarca uit de Tweede Europese Broedvogelatlas. De oorspronkelijke broedgebieden liggen in het zuidoosten. Zichtbaar zijn de twee kernen van verwilderde vogels in het zuiden van Duitsland en in het noordwesten. Sinds eind jaren zestig vinden er regelmatig broedgevallen van Casarca’s plaats in Nederland. Het gaat om kleine aantallen; in 2023 werden verspreid over het land tien territoria gevonden. Het ging in de meeste gevallen om solitaire broedparen. Alleen van de Maasduinen in Noord-Limburg werden twee territoria gemeld. Deze regio is meerjarig bezet door deze soort. Ondanks de vermoedelijk enkele duizenden broedparen in Duitsland, waaronder in het tegen Nederland gelegen Noordrijn-Westfalen, tekent zich in Nederland nog geen duidelijke toename van de broedaantallen af.