Spring naar inhoud

Op 20 juni 2025 heeft het Europees Comité invasieve exoten ingestemd met een uitbreiding van de Unielijst met 26 nieuwe plant- en diersoorten.

Voor soorten op de Unielijst gelden strenge regels: ze mogen o.a. niet meer worden gehouden, gekweekt, verhandeld of geïmporteerd (behalve vervoer in het kader van uitroeiing). Lidstaten zijn daarnaast verplicht om maatregelen te treffen wanneer deze soorten zich vestigen. Een aantal soorten die toegevoegd worden aan de Unielijst zijn in Nederland al wijd verspreid. De ambitie is niet om deze uit te roeien, maar om deze soorten te beheersen. Dit is in lijn met artikel 19 uit de Exotenverordening. Hierin staat dat lidstaten beleidsruimte hebben om zelf te bepalen hoe zij invulling geven aan beheersmaatregelen voor wijdverspreide soorten. De maatregelen die ze nemen moeten passen bij de impact op het milieu, afgestemd zijn op de situatie en specifieke omstandigheden in het land, gebaseerd zijn op een afweging van kosten & baten en het land mag ze rangschikken naar prioriteit.

Dit geldt o.a. voor watercrassula en de drie Aziatische duizendknopen die aan de Unielijst zijn toegevoegd. De inzet van het ministerie van LVVN en de provincies wordt gericht op het beheersbaar houden van de problematiek van deze soorten. Daarbij geven rijk en provincies (gezien de beperkte middelen) prioriteit aan bescherming van de inheemse biodiversiteit en daarmee vooral aan beschermde natuurgebieden.

De Europese Commissie werkt momenteel aan de bijbehorende uitvoeringsverordening. De uitbreiding treedt naar verwachting in augustus 2025 in werking. De exacte datum van inwerkingtreding wordt bekend zodra de Europese Commissie de uitvoeringsverordening publiceert in het Publicatieblad van de Europese Unie. Na de inwerkingtreding zal het ministerie van LVVN in afstemming met de provincies bepalen wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van uitroeiings-, beheers- en herstelmaatregelen.

Na publicatie van de wetstekst door de Europese Commissie kunt u meer informatie over de nieuwe Unielijstsoorten en de regels van de Exotenverordening vinden op de websites van NVWA en RVO.NL.

De unielijst wordt met de volgende 26 soorten uitgebreid:

Wetenschappelijke naamEngelse naamNederlandse naam
Acacia mearnsiiBlack wattleBleekgele acacia
Acridontheres cristatellusCrested mynaKuifmaina
Asterias amurensisNorthern Pacific sea-starJapanse zeester
Bipalium kewenseArrowhead flatwormHamerhoofdplatworm
Brachyponera chinensisAsian needle antAziatische staafmier
Broussonetia papyriferaPaper mulberryPapiermoerbei
Castor canadensisNorth American beaverCanadese bever
Cervus nipponSika deerSikahert
Cherax destructorCommon yabbyJabbie
Cipangopaludina chinensisChinese mystery snailChinese moerasslak
Crassula helmsiiNew Zealand pigmyweedWatercrassula
Delairea odorataCape ivyKlimopkruiskruid
Faxonius immunisCalico crayfishCalicotrivierkreeft
Marisa cornuarietisRamshorn apple snailGrote posthorenappelslak
Misgurnus anguillicaudatusOriental weatherfishAziatische modderkruiper
Misgurnus bipartitusNorthern oriental weatherfishNoord-Aziatische modderkruiper
Mulinia lateralisDwarf surf clamAmerikaanse strandschelp
Nanozostera japonicaJapanese eelgrassJapans dwergzeegras
Neogale visonAmerican minkAmerikaanse nerts
Obama nungaraNungara flatwormGrote gevlekte landplatworm
Platydemus manokwariNew Guinea flatwormNieuw-Guineese landplatworm
Pycnonotus jocosusRed-wiskered bulbulRoodoorbuulbuul
Reynoutria japonicaJapanese knotweedJapanse duizendknoop
Reynoutria x bohemicaBohemian knotweedBasterdduizendknoop
Reynoutria sachalinensisGiant knotweedSachalinse duizendknoop
Vespa mandariniaGiant Asian hornetReuzenhoornaar

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) roept mensen op om alert te zijn op de Japanse kever (Popillia japonica). Aanleiding is onder meer de recente vondst van twee dode Japanse kevers in buurland België.

NVWA+waarschuwt+voor+Japanse+kevers+na+vondst+in+Belgi%C3%AB

© NVWA

Ook in Frankrijk, Duitsland en Spanje zijn deze plaaginsecten de afgelopen maand aangetroffen. De Japanse kever heeft een quarantainestatus en is schadelijk voor de landbouw, boomkwekerij, sierteelt en de natuur. Het beestje is volgens de NVWA niet schadelijk voor mens of dier.

Omdat de Japanse kever een quarantaineorganisme is, geldt een bestrijdingsplicht in de Europese Unie. Het betekent dat maatregelen moeten worden genomen om introductie en verspreiding tegen te gaan. De kever kan op veel plantensoorten voorkomen. Larven zitten in de grond en eten de wortels van bij voorkeur grassen. Daardoor veroorzaken ze grote schade aan grasland, sportvelden en gazons.

Het risico dat kevers zich snel verspreiden is groot. Ze kunnen meeliften met weg-, trein- of vliegverkeer en zo grote afstanden overbruggen. Meeliften is de meest voorkomende verspreidingswijze van de Japanse kever over lange afstand. Daarnaast vormt handel in planten met aanhangende grond een belangrijke risico voor verspreiding, omdat daarin de eitjes, larven en poppen kunnen zitten.

Oproep aan vakantiegangers

Na de recente vondsten van de kever in België, Frankrijk, Duitsland en Spanje roept de NVWA op om alert te zijn. In Europa heeft de kever zich al gevestigd in Noord-Italië, Zwitserland en op de Azoren. De NVWA vraagt vakantiegangers om voor hun vertrek terug naar Nederland hun auto's, kampeermiddelen en bagage goed te controleren op meeliftende kevers.

Om te voorkomen dat de kever zich in Nederland kan vestigen, is op tijd opsporen en bestrijden cruciaal. De kevers worden 8 tot 11 millimeter lang. Hun kop en lichaam zijn metaalgroen. De dekschilden zijn koperkleurig bruin. Er staan plukken witte haren aan de zijkant van het achterlijf. De larven zijn 1 tot 2,5 centimeter lang en hebben een bruine kop met een wit lijf.

De NVWA vraagt de vermoedelijke aanwezigheid van de Japanse kever zo snel mogelijk te melden. Als er aanwijzingen zijn voor een vondst, dan komen medewerkers van de NVWA langs om onderzoek te doen. Verder voert de autoriteit jaarlijks in de zomer een monitoring uit om mogelijke introducties tijdig in beeld te krijgen. Dit gebeurt door vallen te plaatsen rond vliegvelden, in boomgaarden en op parkeerplaatsen langs snelwegen en bij locaties waar goederen uit risicovolle gebieden worden overgeladen.