Spring naar inhoud

Driedelige serie over de Amerikaanse rivierkreeftenplaag

De rode Amerikaanse rivierkreeft is de afgelopen decennia bezig aan een onstuitbare opmars in Zuid-Holland. En ook al is hun aanwezigheid onzichtbaar voor de gemiddelde wandelaar, in de sloten, plassen en polders van de Leidse regio groeit hun populatie explosief. Met hun vraatzucht (ze eten werkelijk álles) en hun graafgedrag in de walkanten bedreigen deze invasieve exoten de biodiversiteit, verslechteren ze de waterkwaliteit en kunnen ze oevers en dijken verzwakken.

In een serie van drie artikelen onderzochten Corrie van der Laan en Willemien Timmers de impact van deze plaagdieren en de mogelijkheden om hun aantallen te beheersen. Ook gaan ze uitgebreid in op de regelgeving en bestuurlijke impasse die effectieve bestrijding in de weg staat.

De artikelen verschenen eerder deze maand in de lokale kranten van Leiderdorp en Oegstgeest, en online.

Verstoorde balans
Oorspronkelijk is de rode Amerikaanse rivierkreeft afkomstig uit het zuiden van de Verenigde Staten. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd hij voor het eerst in Nederland gesignaleerd. De soort plant zich razendsnel voort en heeft nog relatief weinig natuurlijke vijanden. Dat leidt inmiddels tot ernstige schade aan flora en fauna, vooral in kwetsbare veenweidegebieden zoals rond Leiden.

Juridische patstelling belemmert bestrijding
In mei 2023 presenteerden overheden en belangenorganisaties een landelijk plan van aanpak, gebaseerd op vier pijlers: verdere verspreiding tegengaan, wegvangen van de rivierkreeften, het ecosysteem versterken en het doen van meer onderzoek. Maar de uitvoering stokt telkens. Juridisch ligt de verantwoordelijkheid bij het ministerie van Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), omdat de

rivierkreeft op de Europese lijst van zorgwekkende invasieve exoten staat. Toch geeft demissionair staatssecretaris Jean Rummenie aan ‘slechts in beschermde natuurgebieden actief te willen optreden’. Hij is er ook duidelijk over dat de waterschappen geen compensatie van het rijk krijgen voor extra kosten die ze moeten maken door de rivierkreeftenplaag. (Ter illustratie: langdurig wegvangen van de kreeften zou alleen al in het werkgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland jaarlijks 20 tot 25 miljoen euro kosten.)

De houding van LVVN leidt tot frustratie. Waterschappen, provincies én organisaties binnen de Leidse regio luiden de noodklok. Zo zijn er brandbrieven naar het ministerie gestuurd, en recent zelfs een formeel verzoek om handhaving.

Oplossingsrichtingen: van wegvangen tot ecosysteemversterking
Onderzoekers en ecologen benadrukken dat het mogelijk is de aantallen rivierkreeften, en daarmee de overlast die ze veroorzaken, in toom te houden, mits er stevig geïnvesteerd wordt. De serie beschrijft een aantal hoopvolle initiatieven maar ook dilemma’s rond mogelijke oplossingen. De sleutel ligt in een combinatie van maatregelen: gericht wegvangen, versterken van het ecosysteem, stimuleren van de aanwezigheid van natuurlijke vijanden én ruimte geven aan lokale vissers-initiatieven. Maar zonder centrale regie én structurele financiering is het zo goed als onmogelijk dat een effectieve aanpak van de grond komt.

Waterkwaliteit
Inmiddels wordt de urgentie voor actie versterkt door de naderende deadline van de Europese Kaderrichtlijn Water (2027), die Nederland verplicht tot schoon en ecologisch gezond water. Dat levert meteen een lichtpuntje op in het verhaal. Want zoals Yannick Janssen van ecologisch adviesbureau ATKB zegt: “Vrijwel alle maatregelen die je kan nemen om de waterkwaliteit te verbeteren, zijn goed tégen rivierkreeften.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *