Spring naar inhoud

Onderzoek naar exotische ongewervelden in tropische kassen levert soms verrassingen op. Zo werd in maart 2024 een afwijkende oorworm aangetroffen in een tropische kas in Heijen in Noord-Limburg. Het bleek de geelpootoorworm, een soort die pas in 2015 beschreven is uit Duitsland. Deze oorworm lijkt zich in Europa uit te breiden.

Oorwormen in Nederland

Uit Nederland waren tot voor kort zes soorten oorwormen bekend. De ringpootoorworm, Euborellia annulipes, is een exoot die uitsluitend uit kassen bekend is. Vijf soorten komen van nature in ons land voor. Daarvan is de gewone oorworm, Forficula auricularia, veruit het meest algemeen. De overige soorten zijn wat zeldzamer. Ze hebben een behoorlijk grootteverschil. De kleine oorworm is zo groot als een steekmier, terwijl de zandoorworm tot de grootste Nederlandse insecten behoort. De Nederlandse oorwormen zijn te determineren met de Soortzoeker Oorwormen.

 Geelpootoorworm

De geelpootwoorworm is meteen te herkennen aan het donkere lichaam waartegen de gele poten fel afsteken. De ringpootoorworm is de meest gelijkende soort. Deze heeft echter grijze poten met een donkere vlek. De geelpootwoorworm is pas in 2015 beschreven uit kassen in Duitsland en heeft zijn oorsprong waarschijnlijk in het zuiden van de Verenigde Staten.

De exotische waterplant grote waternavel groeit uit tot een hardnekkig probleem in de watergangen van de Bollenstreek. De plant groeit in hoog tempo – tot wel 1,5 centimeter per dag – waardoor sloten volledig dicht dreigen te groeien. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor de waterhuishouding, zoals een vlotte doorstroming en het is een bedreiging voor de lokale flora en fauna. Hoewel het probleem al enkele jaren bekend is, maken kwekers zich steeds meer zorgen over de omvang. Volgens hen wordt het steeds moeilijker om de watergangen schoon te houden, ondanks de inspanningen van Hoogheemraadschap Rijnland. Het waterschap heeft een meldpunt opgezet waar bewoners en ondernemers locaties van de plant kunnen doorgeven. Op die plekken wordt de grote waternavel handmatig of mechanisch verwijderd, vaak met harken en bij grote concentraties zelfs met kranen.

Ondanks deze maatregelen blijven kwekers kritisch. De huidige strategie – gericht op het consequent weghalen en monitoren van de verspreiding – lijkt volgens hen niet voldoende om de plant structureel terug te dringen. Het snelle groeitempo en de verspreiding via drijvende struiken maken het lastig om het probleem onder controle te krijgen. Het waterschap roept bewoners op om actief mee te helpen door waarnemingen van de grote waternavel te melden. Dit kan bijdragen aan een snellere bestrijding en het beperken van verdere schade. Toch is er behoefte aan een lange termijn oplossing om de overlast blijvend aan te pakken.