BRON: SCIENTAS / 18 APRIL 2025 / CAROLINE KRAAIJVANGER
De wasbeerhond komt oorspronkelijk in Oost-Azië voor, maar heeft zich nu ook in Noord-Nederland en de Flevopolder gevestigd en zal naar verwachting over tien tot twintig jaar in heel ons land terug te vinden zijn.
Zoals de naam al doet vermoeden, heeft hij uiterlijk wel wat weg van de wasbeer. Ook zijn er wel wat overeenkomsten met een das. Maar de wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides) is toch echt een soort apart. Hij vindt zijn oorsprong in Oost-Azië, maar belandde in de vorige eeuw in Rusland, waar fokkers het op zijn fraaie pels hadden voorzien. Sommige wasbeerhonden wisten zich vanuit die fokkerijen een weg naar vrijheid te banen en kwamen zo in het wild terecht, om uiteindelijk ook in Nederland te belanden.
Thuis
Hoewel de wasbeerhond niet in Nederland thuishoort, voelt hij zich hier wel thuis: zowel in Noord-Nederland als in de Flevopolder is inmiddels een flinke populatie wasbeerhonden te vinden. En daar blijft het niet bij, voorspelt bioloog Maurice La Haye, verbonden aan de Zoogdiervereniging. “De soort is nu in grotere aantallen aanwezig, in een behoorlijk deel van Nederland, er is voortplanting en er zijn geen redenen om aan te nemen dat de aantallen of de populatie snel kleiner zullen worden. De soort lijkt nu definitief een onderdeel uit te maken van de Nederlandse fauna. En ik verwacht dat de soort over tien tot twintig jaar in heel Nederland voorkomt.”
Tientallen
Hoeveel wasbeerhonden er inmiddels precies in Nederland voorkomen, is onduidelijk. Maar het is in de orde van tientallen, meent La Haye. En daar komen dit voorjaar mogelijk weer heel wat exemplaren bij; een nestje van wasbeerhonden kan soms wel tien of elf pups tellen.
Succesvol
Dat de wasbeerhond zich hier enthousiast verspreidt en voortplant, is niet zo heel gek. “De soort komt oorspronkelijk uit een vergelijkbare klimaatzone,” vertelt La Haye. “De wasbeerhond is een alleseter, krijgt grote worpen en is zeer mobiel.” Zo kunnen de wasbeerhonden – op zoek naar een geschikt leefgebied – tientallen kilometers afleggen. Ook zwemmend als dat moet. “Daarmee heeft de wasbeerhond eigenlijk alle kenmerken van een succesvolle soort: hij is opportunistisch, flexibel qua voedsel en mobiel.”
Effect
Goed nieuws voor de wasbeerhond. Maar het blijft wel een soort die hier eigenlijk niet thuishoort; een exoot, dus. En van exoten weten we dat ze niet altijd een positief effect hebben op hun nieuwe leefomgeving. Ze kunnen ecosystemen ingrijpend veranderen of zelfs ontwrichten. Gelukkig lijkt dat in het geval van de wasbeerhond mee te vallen. “De soort eet dezelfde prooien als andere soorten (zoals de vos) en vormt dus dezelfde bedreiging. Het is niet zo dat deze soort iets totaal nieuws doet. Daarmee lijkt ingrijpen alleen nodig in lokale situaties waarin andere inheemse roofdieren (zoals bijvoorbeeld de vos, red.) ook een probleem vormen.”
Beheermaatregelen
Hoewel de wasbeerhond zich dus niet tot een gevreesde exoot lijkt te ontpoppen, schrijft de Europese Unie wel voor dat er beheermaatregelen moeten worden genomen. Die kunnen volgens La Haye gericht zijn op de uitroeiing van de soort of het beheersen van schadelijke effecten op lokaal niveau. “Het uitroeien van de soort of de populaties zo klein mogelijk houden, is praktisch onmogelijk en zou ongelooflijk veel geld gaan kosten,” vertelt La Haye. Dat heeft vooral te maken met het feit dat wasbeerhonden vooral ’s nachts actief zijn, behoorlijk schuw zijn en zich vrij snel voortplanten. “Mijn advies is dan ook: ga niet ‘overall‘ bestrijden, maar richt je echt op lokale probleemsituaties.”
De wasbeerhond is hier en gaat dus ook niet meer weg, zo is de verwachting. “De wasbeerhond zal zich ook gaan vestigen in het zuiden en westen van Nederland, in de Biesbosch bijvoorbeeld en wellicht zelfs in de duinen,” denkt La Haye. Over een paar decennia zal de soort naar verwachting redelijk algemeen voorkomen, in ieder geval in natte natuurgebieden, zoals moerassen, beek- en rivierdalen. “Het is afwachten of de wasbeerhond zich ook echt zal vestigen op bijvoorbeeld de Veluwe of de Utrechtse Heuvelrug en of deze ook echt het landelijk gebied zal ‘veroveren’. Maar de soort gaat in ieder geval voor verrassingen zorgen,” voorspelt La Haye.