Spring naar inhoud

Leidse biologiestudenten hebben aangetoond dat Zuidoost-Nederland door exotische meerkikkers wordt gekoloniseerd. Deze meerkikkers zijn afkomstig uit vier verschillende streken, waaronder de Balkan en Turkije. De geïntroduceerde meerkikkers gedijen in ons kikkerlandje, maar vormen gevaar voor onze inheemse meerkikkers en andere amfibieën, bijvoorbeeld door ziekten mee te brengen en verspreiden.

De introductie van invasieve soorten behoort tot de belangrijkste oorzaken van biodiversiteitsverlies. In Nederland is de meerkikker buiten zijn natuurlijke verspreidingsgebied uitgezet – en bezig met een opmars. In samenwerking met RAVON (Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland) hebben biologiestudenten van het Instituut Biologie Leiden (IBL), Universiteit Leiden en Naturalis Biodiversity Center onderzocht waar de exotische meerkikkers oorspronkelijk vandaan komen.

Lekker kontje

Meerkikkers zijn op industriële schaal naar West-Europa geïmporteerd. Niet alleen vanuit andere delen van Europa, maar zelfs vanuit Azië en Afrika. Waarom wordt er zo met die meerkikkers gesleept? De kikkerbil-industrie wordt gezien als de belangrijkste bron van introducties. Zo wordt er jaarlijks honderden kubieke meter kikker naar Frankrijk verscheept. De handel in kikkerpoten is echter niet het enige introductiekanaal. Voorheen werden bijvoorbeeld exotische kikkervisjes bij tuincentra aangeboden om de vijver op te leuken. “Geen wonder dat meerkikkers over grote afstanden verspreid worden”, vertelt Tariq Stark van RAVON. De introductieroutes voor de meerkikker zijn inmiddels goed gedocumenteerd voor Frankrijk, Zwitserland en België, waar meerkikkers van nature niet voorkomen. 

Enorme expansie

Omdat de meerkikker wél van nature voorkomt in Nederland, valt introductie hier misschien minder op, maar het speelt wel degelijk een grote rol. “Vanuit het zuiden rukken exotische meerkikkers op. Ze hebben inmiddels een aanzienlijk deel van ons land, waar ze voorheen nooit zaten, gekoloniseerd”, aldus Richard Struijk van RAVON. De eerste waarnemingen stammen uit circa 1990 in Zuid-Limburg. Anno 2025 hebben ze zich door het heuvelland en het Maasdal verder door Nederland verspreid. De hoogste tijd dus om de situatie te inventariseren. 

In Limburg komt een mix van exotische meerkikkers voor. Ook in Noord-Brabant en Zuid- en Noord-Holland zijn enkele exotische meerkikkers aangetroffenIn Limburg komt een mix van exotische meerkikkers voor. Ook in Noord-Brabant en Zuid- en Noord-Holland zijn enkele exotische meerkikkers aangetroffen (Bron: RAVON)

Meerkikkerinvasie van Limburg in slechts enkele decenniaMeerkikkerinvasie van Limburg in slechts enkele decennia (Bron: RAVON)

Cryptische soorten en citizen science

In Nederland komen van nature drie soorten groene kikkers voor. Dat zijn, naast de meerkikker, de poelkikker en de bastaardkikker. Overigens is die bastaardkikker in een ver evolutionair verleden ontstaan uit een kruising tussen de meerkikker en de poelkikker. “Het is geen sinecure om deze drie kikkersoorten van elkaar te onderscheiden. Maar onderscheid maken tussen onze inheemse en verschillende uitheemse meerkikkerlijnen is nog véél complexer – en op het oog niet te doen”, vertelt promovendus Anagnostis Theodoropoulos, die de studentenprojecten begeleidde.

Om duidelijkheid te krijgen in de verspreiding van groene kikkers, heeft RAVON haar netwerk van vrijwilligers om hulp gevraagd. Deze mensen monitoren amfibieën binnen het NEM Meetprogramma Amfibieën, met als doel verspreiding en aantalstrends in beeld te brengen. Zodoende staan ze toch regelmatig met een kikker in de hand. Hen werd verzocht om met een swab wat huidslijm af te nemen. Huidslijm bevat namelijk DNA en dat DNA kan gebruikt worden om de identiteit van een kikker te bepalen.

Het afnemen van wangslijmvlies bij een groene kikker

Het afnemen van wangslijmvlies bij een groene kikker (Bron: Tariq Stark)

Kikkercocktail

Met behulp van de techniek 'DNA-barcoding' is heel precies de lettervolgorde van een klein, maar variabel stukje DNA afgelezen voor alle kikkers. “Door voor elke kikker het DNA-profiel vast te stellen, kon bepaald worden tot welke soort elke individuele kikker behoort en waar in het natuurlijk verspreidingsgebied deze oorspronkelijk vandaan komt”, legt hoofdonderzoeker Ben Wielstra uit. De resultaten zijn glashelder: de exotische meerkikkers komen niet uit Nederland, maar uit vier heel verschillende streken:

  • Centraal- en Oost-Europa;
  • De Balkan;
  • Noord-Turkije, of zelfs verder oostelijk;
  • Zuid-Turkije.

De bevindingen passen in het grotere plaatje van meerkikkerintroducties in West-Europa. Er is hier een mengelmoes aan meerkikkerlijnen geïntroduceerd. Sommige zijn zó verschillend, dat ze vaak als aparte soort worden beschouwd. In het natuurlijke verspreidingsgebied komen zulke sterk genetisch gemixte populaties niet voor. De meerkikkers hebben er duidelijk geen last van: de geïntroduceerde populaties zijn in staat om zich heel snel uit te breiden.

Pelophylax ridibundus kurtmuelleri. Peloponnesos, Griekenland

Pelophylax ridibundus kurtmuelleri. Peloponnesos, Griekenland (Bron: Maarten Gilbert)

Pelophylax ridibundus kurtmuelleri - Lefkas, Griekenland

Pelophylax ridibundus kurtmuelleri - Lefkas, Griekenland (Bron: Maarten Gilbert)

Vraatzucht, ziekten en hybridisatie

De meerkikker geldt als een van de meest belangrijke invasieve amfibieën. Kikkers eten alles wat in hun mond past – en de meerkikker heeft een behoorlijk grote bek. Geïntroduceerde meerkikkers concurreren niet alleen met, maar kunnen ook jagen óp inheemse amfibieën. In een deel van het Limburgse invasiefront komen bijvoorbeeld sterk bedreigde amfibieën voor, zoals de geelbuikvuurpad en de vroedmeesterpad, die overlast zouden kunnen ondervinden van exotische meerkikkers.

Geïntroduceerde meerkikkers kunnen ook amfibieënziektes zoals de schimmelziekte chytridiomycose verspreiden. Nu het meerkikkerfront ook onze inheemse groene kikkers bereikt, moet bovendien met hybridisatie rekening worden gehouden, omdat inheemse groene kikkers met uitheemse meerkikkers zullen paren.

Wetenschappers en beleidsmakers pleiten al langer om de import van levende meerkikkers aan banden te leggen. Nu de omvang van de meerkikkerinvasie in Nederland in kaart is gebracht, is het van belang om de impact te bestuderen en mitigatiestrategieën te formuleren. Hoe krijgen we exotische meerkikkers onder controle?

Tekst: Ben Wielstra en Anagnostis Theodoropoulos, Instituut Biologie Leiden, Leiden Universiteit & Naturalis Biodiversity Center; Tariq Stark en Richard Struijk, RAVON
Beeld: Maarten Gilbert, RAVON (leadfoto: P. ridibundus kurtmuelleri, Lefkas, Griekenland); RAVON; Tariq Stark, RAVON

Zes vragen en antwoorden als jij een hoornaar of nest spot:

1. Hoe gevaarlijk is de Aziatische hoornaar?

"In principe doet een hoornaar niks, tenminste als je hem met rust laat", zegt Christian Klander uit Posterholt, imker en tevens bestuurder van de Nederlandse bijenvereniging. Als je te dicht bij zijn nest komt, is het een heel ander verhaal. "Als zo'n nest hoornaars zich bedreigd voelt, kan zomaar 80 procent tot 90 procent uitvliegen. En als je bedenkt dat er een paar duizend in zitten, kan dat hele ernstige gevolgen hebben." Hij raadt dan ook niet aan een heg te snoeien als je weet dat er een nest in de buurt zit. Zijn advies luidt om minimaal zeven meter van een nest weg te blijven, mocht je er een tegenkomen.

2. Hoe pijnlijk is een steek van deze exoot?

Een steek van een Aziatische hoornaar is pijnlijker dan die van een gewone wesp. "Ze hebben hetzelfde gif, maar een Aziatische hoornaar is gewoonweg groter en heeft hierdoor meer gif." Als je dan ook nog eens door meerdere hoornaars wordt gestoken, kan dit ernstige gevolgen hebben. Klander vertelt over een collega in België die in het ziekenhuis moest worden opgenomen omdat hij zes keer was gestoken.

3. Wat moet je doen als je er een ziet?

Als je er een paar ziet, vooral alleen maar kijken en niet kwaad maken, stelt Klander. "Maar als je een nest ziet, moet je dit melden bij jouw gemeente. Deze schakelt een verdelger in zodat het nest netjes en veilig wordt opgeruimd." Onlangs werd de wijk Rennemig in Heerlen opgeschrikt door een gigantisch nest van Aziatische hoornaars. Inmiddels is het nest – na aandringen van de verontruste wijkbewoners – verwijderd. Ook moet je het melden op de site Waarneming.nl adviseert Klander. "Door het te melden op de site kan goed worden bijgehouden waar in het land de hoornaar overal opduikt."

4. Kan de Aziatische hoornaar een bedreiging vormen voor de Limburgse fruitteelt?

"Zeker kan hij dat", zegt de Posterholtse imker. Niet alleen omdat de hoornaar veel bijen verorbert, ook omdat veel Limburgse imkers stoppen met hun bijen. Ze zijn het vechten tegen de bierkaai moe. Dit is volgens hem een ongewenste ontwikkeling. "Als er steeds minder bijen zijn, heeft dat gevolgen voor de bestuiving en dat kan uiteindelijk heel slecht uitpakken voor de Limburgse fruitteelt." Daarbij gaan de hoornaars ander eten zoeken, zegt hij, en dat is een aanslag op de biodiversiteit. "In een nest zitten 2000 tot 3000 exemplaren en die eten echt alles wat ze maar pakken kunnen. Bijen, vlinders en vliegen bijvoorbeeld maken geen schijn van kans tegen deze veelvraat. Als de McDonald's verdwijnt, ga je naar de KFC, als ook die weg is naar de gewone frietkraam."

5. Is de overlast in Limburg groter dan in de rest van het land?

Limburg is met 795 meldingen tot 1 oktober 2025 de derde provincie met het hoogste aantal meldingen dit jaar, achter Zeeland en Noord-Brabant. Dat het een steeds groter probleem wordt laten de cijfers uit 2024 en 2023 zien. Vorig jaar zijn in Limburg 286 nesten gemeld, ook toen een hele fikse groei tegenover een jaar eerder met maar 78 meldingen. Bij de Brabantse buur zijn dit jaar met meer dan 2000 meldingen veruit de meeste hoornaarsnesten gemeld. In Friesland werden slechts tien nesten gemeld en bij hekkensluiter Groningen kwamen maar vijf meldingen binnen. Het lijkt er daarmee op dat de hoornaar vooralsnog voor de meeste overlast in het zuiden van het land zorgt.

6. Op welke manier is de opmars te stoppen?

Het beste is het om het insect in het voorjaar aan te pakken, iets wat al langer ook in Nederland gebeurt onder de noemer 'spring trapping'. Dat is een strategie waarbij koninginnen in het voorjaar met speciale, selectieve vallen worden gevangen om de ontwikkeling van nesten te voorkomen. "Als je het aantal koninginnen kunt beperken, heb je ook gelijk duizenden nakomelingen minder. Dus onze hoop is daarop gevestigd", aldus Klander.