Spring naar inhoud

BRON: SOVON

Nederland heeft de twijfelachtige eer dat het de meeste exotische vogelsoorten huisvest van alle Europese landen. Hieronder zijn drie soorten papegaaiachtigen met een gevestigde broedpopulatie. Het gaat om de Halsbandparkiet, de Grote Alexanderparkiet en de Monniksparkiet. Dit artikel beschrijft de stand van zaken op basis van twee landelijke simultaantellingen van parkieten die in de winter van 2024/25 zijn uitgevoerd.

Het in kaart brengen van aantallen en verspreiding van parkieten is geen eenvoudige klus. De vogels houden zich overdag in groepjes op in stedelijk gebied, dat per definitie lastig te overzien is. Veelvuldige verplaatsingen reduceren de mogelijkheden voor goede tellingen overdag nog verder. Echter, de vogels gebruiken ’s nachts gemeenschappelijke slaapplaatsen, die voor hen dermate belangrijk zijn dat ze bereid zijn om afstanden tot enkele tientallen kilometers te overbruggen. Op deze slaapplaatsen kunnen de aantallen relatief eenvoudig vastgesteld worden. De tellingen die deze winter zijn uitgevoerd waren een vervolg op tellingen die sinds 2004 met enige regelmaat worden herhaald. Alle bekende slaapplaatsen zijn gecontroleerd en geteld. In steden waar slaapplaatsen werden vermoed maar nog niet waren vastgesteld, is gericht gezocht naar nieuwe locaties.

Halsbandparkiet neemt nog steeds toe

In Nederland leven momenteel 27.500 – 28.000 Halsbandparkieten. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt nog altijd in de Randstad. De provincie Zuid-Holland huisvest veruit het grootste aantal Halsbandparkieten. Concentraties van 1000 of meer parkieten zijn geteld in Den Haag (6350), Schiedam (3500), Leiden/Leiderdorp (2800), Rotterdam (2700) en Alphen aan den Rijn (1000).
Zuid-Holland wordt gevolgd door Noord-Holland, waar het grootste aantal nog altijd wordt geteld in Amsterdam (5000), gevolgd door Purmerend (1000) en Zaandam (1000). Buiten deze twee provincies huisvest alleen de stad Utrecht (1300) momenteel meer dan 1000 Halsbandparkieten. Deze negen steden huisvesten samen 88% van alle overnachtende Halsbandparkieten in Nederland. De verspreiding overdag is veel ruimer en deze steden vervullen een belangrijke regionale functie voor de lokale populaties.

Grote Alexanderparkiet komt eraan

Vrijwel de volledige Nederlandse populatie van de Grote Alexanderparkiet leeft in en rond Amsterdam. In de winter 2024/25 werden in totaal 985 individuen geteld. Een lange tijd bleef de landelijke populatie klein. In 2013/14 werden voor het eerst meer dan 100 parkieten geteld. Hierna lijkt de populatiegroei in een stroomversnelling te zijn gekomen. Tot voor kort werd de soort amper waargenomen buiten het bekende verspreidingsgebied. Maar in 2024 werden verschillende groepjes waargenomen ver buiten de regio. In Noord-Holland werd de soort noordelijk waargenomen tot en met Texel. Naar het zuiden werden waarnemingen gedaan tot in de stad Utrecht. Het is niet ondenkbaar dat deze soort zich op korte termijn zal vestigen buiten het huidige bolwerk.

Monniksparkiet breidt uit

In Nederland zijn momenteel twee kleine lokale populaties van Monniksparkieten: in Apeldoorn Gl en op Goeree ZH. Alle andere deelpopulaties die her en der in Nederland bestonden, zijn teruggevangen of op natuurlijke wijze verdwenen. De totale Nederlandse populatie wordt voor de winter van 2024/25 geschat op 39 – 55 individuen (figuur 1). Hiermee is de populatie in aantal stabiel over de afgelopen twintig jaar, maar de verspreiding op Goeree is veel ruimer dan voorheen en de parkieten bouwen op meerdere plaatsen nesten. Dit zou een voorteken kunnen zijn van een verdere uitbreiding, zoals die in andere Europese landen ook heeft plaats gevonden.

Figuur

Geschatte grootte van de winterpopulatie van de Monniksparkiet in Nederland op basis van landelijke tellingen in de winters 2004/05, 2009/10-14/15, 2021/22 en 2024/25, aangevuld met losse waarnemingen voor tussenliggende winters (max. okt-feb).

Concurrentie?

Parkieten benutten in het gematigde klimaat van Nederland een ecologische niche die – vanwege het natuurlijk ontbreken van papegaaiachtigen – niet wordt opgevuld door andere vogelsoorten. Bovendien profiteren de soorten van een niet natuurlijke voedselbron in de vorm van bijvoeding door mensen. Dit geldt in hoge mate voor de Halsbandparkiet. In Europa wordt wel gevreesd voor (nestplaats)concurrentie met inheemse vogelsoorten, al zijn de onderzoeksresultaten niet unaniem en voor de Nederlandse situatie is dit nog onbewezen. Bovendien zijn er geen trends van inheemse soorten die daarop wijzen. In Nederland betreft dit vooral de eveneens in stedelijk gebied voorkomende Grote Bonte Specht en Boomklever. Beide soorten laten een landelijke toename zien, zowel in aantal als in ruimtelijke verspreiding. Van concurrentie door de Grote Alexanderparkiet met andere soorten holenbroeders is nog niets bekend. Voor Monniksparkiet geldt een ander verhaal. Het is bekend dat populaties van Monniksparkiet een negatief effect kunnen hebben op lokale populaties van inheemse vogelsoorten. Mede om deze reden zal de Monniksparkiet mogelijk worden toegevoegd aan de Unielijst van invasieve exoten. Wegvangen werkt als beheersmaatregel bij kleine populaties.

Kijk op Exoten

De wasbeerhond hoort eigenlijk thuis in Oost-Azië, maar zoekt steeds vaker de moerassen en de natte gebieden van Fryslân op. Tegenhouden lukt niet, als je naar ons buurland kijkt.

De komst van de wasbeerhonden in Fryslân begon in 2010, toen het nachtdier al eens werd gezien in de buurt van Makkum. In 2015 kreeg Harrie Bosma van It Fryske Gea het dier voor het eerst zelf op de camera. "Hij komt nu op meerdere plekken voor", weet Bosma. En dat is reden voor een onderzoek naar het dier in Fryslân. "In Duitsland waren er al meerdere onderzoeken naar de wasbeerhond, en we zijn heel benieuwd naar hoe het met het dier in Fryslân gaat." Volgens Bosma is het beeld helder: de verspreiding neemt verder toe, maar een duidelijke oorzaak is er niet.

Meer doden betekent meer levenden

Dat er meer wasbeerhonden bij komen, is een aanname van Bosma. Hij houdt zelf het aantal doden bij en baseert daarop dat er meer wasbeerhonden in Fryslân zijn. "Vorig jaar zat ik op 21, dat jaar daarvoor op 17 en daarvoor op 5. Dus dat was veel minder. Je kunt wel nagaan: als er steeds meer dode wasbeerhonden zijn, komen er ook steeds meer levenden bij." Het dier is niet alleen vaker te zien in Fryslân, maar ook in de andere noordelijke provincies. Het dier komt oorspronkelijk uit Oost-Azië, maar is in de jaren '50 voor de jacht in Oost-Europa uitgezet. Daarna zijn ze via Duitsland en Groningen naar Fryslân gekomen.

Tegenhouden lukt niet, zelfs niet door jagers

Sinds 2017 staat de wasbeerhond op de lijst van invasieve exoten die zorgelijk zijn voor de Europese Unie. Dat betekent dat het dier niet langer in de Europese Unie mag worden gehouden. Het mag ook niet ingevoerd, vervoerd of vrijgelaten worden in de natuur. Welke gevolgen de toename van de wasbeerhond heeft, is nog niet duidelijk. "Dat moeten de onderzoeken uitwijzen", zegt Bosma. "We doen ook keutelonderzoek. Het is maar afwachten. We houden het toch niet meer tegen. In Duitsland wordt er al jaren op gejaagd, maar daar komt hij steeds weer terug."