Spring naar inhoud

Hoewel de wasbeer een hoog knuffelgehalte heeft, vormt deze invasieve exoot een serieus risico. Wasberen bedreigen namelijk kwetsbare soorten, zoals broedende vogels of amfibieën, kunnen infecties overdragen en veroorzaken overlast in en rond huizen. Het Nederlands Expertisecentrum Exoten (NEC-E) heeft onderzocht hoe de wasbeer in Nederland kan worden teruggedrongen.

De wasbeer (Procyon lotor) komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is door menselijk toedoen in Europa terechtgekomen. In het begin van de vorige eeuw is de wasbeer in Europa beland voor de pelsdierfokkerij, maar het zoogdier is in Duitsland ook uitgezet als jachtwild. De afgelopen jaren blijken nieuwe introducties in Europa vooral veroorzaakt te worden door ontsnappingen uit dierenparken. De wasbeer heeft een voorkeur voor vochtige gebieden, zoals beekdalen en moerasgebieden, maar het dier voelt zich ook heel goed thuis in dorpen en steden. Dankzij die flexibiliteit is de wasbeer inmiddels wijdverbreid in Europa, in sommige steden en regio’s zelfs in zeer hoge dichtheden. Vanuit Duitsland en België is de wasbeer de provincie Limburg ingetrokken. Omdat de aantallen pas sinds 2017 duidelijk toenemen, kunnen effectieve maatregelen deze toename hopelijk beperken. Maar welke maatregelen zijn dat? De Provincie Limburg en het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) hebben het Nederlands Expertisecentrum Exoten opdracht gegeven dit te onderzoeken.

Een bedreiging voor kwetsbare soorten

In de Duitse stad Kassel wordt de wasberendichtheid ingeschat op honderd wasberen per vierkante kilometer. Hier wordt niet aan beheer of bestrijding gedaan. Als gevolg van interacties met mensen zijn de wasberen hier hun schuwheid verloren

In de Duitse stad Kassel wordt de wasberendichtheid ingeschat op honderd wasberen per vierkante kilometer. Hier wordt niet aan beheer of bestrijding gedaan. Als gevolg van interacties met mensen zijn de wasberen hier hun schuwheid verloren (Bron: Pim Lemmers)

De wasbeer is een alleseter en eet het voedsel dat voorhanden is. Lokaal kan de wasbeer dan ook grote negatieve effecten hebben op 'predatiegevoelige' soorten. Bij vogels zijn dat bijvoorbeeld watervogels – zoals eenden, die in oevers of op eilanden broeden – boombroedende en nestkastbewonende vogels, bijvoorbeeld spechten en vliegenvangers, en roofvogels, denk aan havik, rode wouw en zwarte wouw. In de Duitse Eifel worden in steengroeves bijvoorbeeld jonge oehoes gedood door wasberen. Ook worden amfibieën gegeten, waaronder in Nederland (sterk) bedreigde en beschermde amfibieën, zoals de geelbuikvuurpad en rugstreeppad. Bovendien kunnen winterslapende vleermuizen gevaar lopen. Of predatie door wasberen daadwerkelijk zal leiden tot het compleet verdwijnen van populaties van specifieke ‘gevoelige’ soorten is vooralsnog onduidelijk. Het zal sterk afhankelijk zijn van de lokale populatiedichtheden van wasberen: er zal een hogere predatiedruk zijn bij een hogere dichtheid wasberen. Het ligt er ook aan hoe goed het gaat met een specifieke inheemse soort. Bij bedreigde soorten, met een kleine populatie, zal de impact groter zijn dan bij meer algemene soorten.

Overdracht van ziekteverwekkers en overlast rond huis

De wasbeer vormt niet alleen een gevaar voor andere dieren door predatie, maar kan ook drager zijn van verschillende ziekteverwekkers die ziekten kunnen veroorzaken bij mensen en dieren. Een voorbeeld daarvan is de wasberenspoelworm. De afgelopen jaren bleek ongeveer 60 procent van de Limburgse wasberen besmet te zijn met deze parasiet. De kans op besmetting met wasberenspoelworm en het ontwikkelen van ziekteverschijnselen is erg klein, maar het kan leiden tot ernstige ziekte met onder andere neurologische klachten. Als wasberen dichtbij mensen leven, is de kans op besmetting groter. Daarnaast ervaren mensen overlast van wasberen in of om het huis. Wasberen kunnen gemakkelijk huizen binnenkomen, bijvoorbeeld via kattenluikjes, maar ook prima klimmen en op zolder of in de spouw schade aanrichten. Ook kippen en konijnen zijn niet veilig en worden zo nu en dan opgegeten.

Invasieve exoot

In 2016 is de wasbeer opgenomen op de Europese Unielijst van invasieve exoten. EU-lidstaten zijn hierdoor verplicht om het ontstaan van een populatie wasberen op hun grondgebied vroegtijdig te detecteren, deze op te sporen en, indien mogelijk, te verwijderen. Gevestigde, wijdverspreide wasbeerpopulaties dienen te worden beheerst, zodat ongewenste effecten zo veel mogelijk worden voorkomen. Sinds eind 2017 komt er een wasberenpopulatie voor in de provincie Limburg, maar ook elders in Nederland worden in toenemende mate wasberen met jongen gesignaleerd. Verwijdering van de wasberenpopulatie bij een langdurige en gecoördineerde aanpak wordt op dit moment door het Ministerie van LVVN nog als een haalbaar doel ingeschat. De ambitie van de Rijksoverheid is daarom om in Nederland de wasbeer volledig te verwijderen.

Doel van het onderzoek

In 2024 is in Limburg gestart met het vangen en doden van wasberen door een gespecialiseerd vangteam. Ondersteunend vindt afschot van wasberen door jagers plaats en worden bijvangsten van muskus- en beverratbestrijders gedood. Als onderdeel van de Limburgse aanpak is een onderzoek uitgevoerd om strategieën en methodieken te identificeren, die bij kunnen dragen aan de bestrijding van de huidige wasberenpopulatie in Limburg en die praktisch inzetbaar zijn in andere delen van Nederland en buurlanden.

Bevestigde waarnemingen van wasberen in Nederland uit de periode 2010-2024. De overgrote meerderheid van waarnemingen is afkomstig uit de provincie LimburgBevestigde waarnemingen van wasberen in Nederland uit de periode 2010-2024. De overgrote meerderheid van waarnemingen is afkomstig uit de provincie Limburg (Bron: NDFF, Zoogdiervereniging)

Uitkomsten onderzoek

Naast de twee bestaande beheerstrategieën voor wasberen – vangen door een gespecialiseerd vangteam en aanvullend afschot door jagers – zijn diverse nieuwe strategieën onderzocht: het vormen van selectieve anticonceptie, vangen-steriliseren-vrijlaten (Trap, Neuter & Return, TNR), verschillende typen slimme vallen, mitigatie van gevoelige soorten en gene editing. Ook de optie om ‘geen beheer’ toe te passen is beoordeeld. Van de elf beoordeelde strategieën blijken er vijf kansrijk en inzetbaar om bij te dragen aan een nulstand: het huidige beleid (afschot en vangst), en drie typen selectieve vallen voor wasbeer (mechanisch, met beeldherkenning en pootomsluitend). Mitigatiemaatregelen voor gevoelige soorten worden aanbevolen als aanvullende ‘no-regret’-maatregel.

De beste aanpak

Een combinatie van de kansrijke beheerstrategieën lijkt de beste aanpak voor de bestrijding van wasberen. Met behulp van de inzet van selectieve vallen kan de vangstefficiëntie van een professioneel vangteam worden geoptimaliseerd. Afschot door jagers, en vangsten door beverrat- en muskusratbestrijders kunnen hierbij belangrijke ondersteuning bieden. Ook goed geïnstrueerde particuliere terreineigenaren en/of gemeentes kunnen het beheer ondersteunen met selectieve vallen. Mitigerende maatregelen kunnen altijd worden ingezet om lokale populaties van kwetsbare inheemse soorten te beschermen. Welke strategieën en maatregelen inzetbaar zijn, is terug te lezen in de rapportage.

Conclusie

De wasbeer is overal in Europa en dus ook in Nederland bezig aan een stevige opmars. Het terugdringen van deze invasieve exoot is nodig omdat wasberen kwetsbare soorten bedreigen,  wasberenspoelworm kunnen overdragen en overlast in en rond huizen veroorzaken. Snel overgaan tot actie is effectief aangezien het aantal wasberen in Nederland momenteel nog relatief klein is. Het terugdringen van de wasbeer heeft echter alleen kans van slagen wanneer de bestrijding in nauwe samenwerking en coördinatie met onze buurlanden plaatsvindt.

Meer informatie

  • De pdf van de rapportage is te downloaden op de website van de Provincie Limburg. 

Tekst: Pim Lemmers, Natuurbalans – Limes Divergens en Nederlands Expertisecentrum Exoten; Maurice La Haye, Zoogdiervereniging en Nederlands Expertisecentrum Exoten
Beeld: Pim Lemmers; NDFF Verspreidingsatlas, Zoogdiervereniging

Een onwaarschijnlijke ontmoeting die alles verandert voor de moeilijke jacht op Aziatische hoornaars. Sommige verhalen beginnen bij toeval. Het onze begint met een man die weigert toe te kijken zonder iets te doen tegen de dreiging van een klein insect uit Azië en die zich een vraag stelt: wat als de Aziatische hoornaar ons zelf zou kunnen laten zien waar hij leeft?

Een voormalig Airbus-ingenieur vindt een radiochip uit om Aziatische horzels te traceren en nesten te vinden: een revolutie vanuit de praktijk.

Guillaume Castagné, oprichter van ALLO FRELONS, reist al meer dan 20 jaar door Frankrijk om imkers, gemeenschappen en particulieren te helpen bij het bestrijden van Aziatische horzelennesten. Op een dag ontmoette hij een uitvinder uit Toulouse met een “ietwat gek” idee, zoals hij het zelf omschrijft: een radiochip op een Aziatische hoornaar plakken om hem naar zijn nest te volgen.

Hoe ziet de Aziatische hoornaar eruit?

Deze man is Florent Coletta. Voormalig luchtvaartingenieur, werkzaam geweest bij Airbus, specialist in signaalverwerking. Het soort profiel dat je je voorstelt bij het kalibreren van titanium onderdelen… niet bij het met de hand vangen van horzels!

In het begin verliep niets zoals gepland

Florent dacht eerst dat iemand zich deze vraag al had gesteld en deze technologie voor het volgen van horzels had uitgevonden. Na controle bleek dat nog niemand ter wereld dit idee had gehad, hoewel het op het eerste gezicht eenvoudig leek. Dus onze uitvinder dacht dat het zeker de moeite waard was om iets te proberen. Grote uitvindingen komen vaak voort uit ideeën die uiteindelijk vrij eenvoudig zijn. Waarom zou dit niet het geval zijn? De terugkeer naar de realiteit was helaas hard met de eerste prototypes (wat misschien verklaart waarom niemand het ooit echt had geprobeerd):

  • de horzels weigerden op te stijgen met de eerste zenders (die veel te zwaar waren),
  • de lijm bleef niet zitten,
  • de batterij raakte te snel leeg,

Velen zouden het hierbij hebben gelaten. Maar Florent besloot zijn idee niet op te geven en begon bijenhouders te ontmoeten, luisterde naar hun verhalen, hun verliezen, hun slapeloze nachten en voelde hun machteloosheid tegenover de roofdieren.

“Toen ik de omvang van de schade zag, wilde ik doorzetten.” Florent Coletta

De winter ging voorbij en onze uitvinder kreeg de tijd om zijn idee een tweede kans te geven.

tracking chip Aziatische hoornaar

Een chip van 0,12 gram… het gewicht van een bij

De eerste overwinning kwam op een dag in de volgende zomer, op een landgoed in de buurt van Toulouse. Een Aziatische horzel vloog weg met een zender van 0,12 g aan zijn borststuk! Voor het eerst vormde de technologie geen belemmering voor het dier om te vliegen. De horzel accepteerde deze “last” voordat hij terugkeerde naar het nest. Dit kan worden beschouwd als de basis van LOCNEST, een systeem dat nu in het veld wordt gebruikt om nesten binnen enkele minuten te vinden.

Waarom is dit een belangrijke mijlpaal?

Imkers beseffen elke dag meer en meer hoe groot de dreiging van de Aziatische hoornaar is en hoe moeilijk het is om deze te bestrijden. Zo kan men heel goed een hoornaarnest op 50 meter vernietigen, vervolgens het volgende op 100 meter, om dan te beseffen dat het ‘echte’ nest zich op 600 meter afstand bevindt. Een ware Sisyfusarbeid!

LOCNEST onthult wat niemand zag:

  • een hoornaar kan meer dan een kilometer ver weg op zoek gaan naar voedsel,
  • een nest in de buurt is niet noodzakelijkerwijs het nest waaruit de aanvallen komen,
  • een gebied kan meerdere nesten tegelijk herbergen,
  • één enkel nest kan verantwoordelijk zijn voor 80 % van de aanvallen.

Hoe werkt LOCNEST?

Het is eenvoudig, maar briljant:

  1. We lokken Aziatische horzels met honing.
  2. We vangen een horzel die gewend is om heen en weer te vliegen.
  3. We bevestigen een ultralichte radiozender aan de horzel met behulp van een ingenieus bevestigingssysteem.
  4. We laten hem weer vrij.
  5. We volgen het signaal met de SDR Pro Track-app.
  6. De horzel volgt zelf het pad naar het nest.

Een bescheiden, maar krachtige innovatie

In tegenstelling tot wat men zou denken, is LOCNEST geen elitair product. Florent heeft het ontworpen om:

  • betaalbaar,
  • repareerbaar,
  • reproduceerbaar,
  • redelijk
  • en voor iedereen bruikbaar te zijn (niet alleen voor laboratoria).

Guillaume Castagné van ALLO FRELONS vatte het als volgt samen:

“Echte innovatie is innovatie die terechtkomt bij de mensen die er behoefte aan hebben.”

LOCNEST is een eenvoudig, ingenieus hulpmiddel dat het verschil maakt voordat het te laat is.

Aziatische horzel, een vliegende roofdier

En nu?

Het verhaal is nog maar net begonnen. Florent verbetert zijn bakens elke dag, het bereik, de eenvoud van het plakken, de toepassing… En het veld levert hem elke week een stroom aan waardevolle lessen op. Een paar jaar geleden wisten we nog niet hoe ver een horzel kon vliegen. We wisten niet waarom sommige bijenkasten werden aangevallen en andere niet. We wisten niet hoe we het verantwoordelijke nest konden identificeren tussen meerdere nesten. Nu beginnen we het te begrijpen. En vooral: we beginnen actie te ondernemen.