Spring naar inhoud


Daar waar de plaagmier eerst alleen voorkwam in steden en dorpen is ie nu voor het eerst in een natuurgebied aangetroffen. Op de Waalsdorpervlakte trof EIS-Kenniscentrum Insecten een reusachtige kolonie aan.

Superkolonie van de plaagmier

De plaagmier (Lasius neglectus) staat er om bekend dat hij leeft in superkolonies met honderden tot duizenden koninginnen, die eitjes leggen.De plaagmieren komen oorspronkelijk uit Centraal-Azië, en zijn naar alle waarschijnlijkheid via potplanten ons land binnengekomen. In de steden zorgen ze voor flinke overlast. Zo kan bestrating flink verzakken.

Paagmieren in een natuurgebied

En nu is de plaagmier dus voor het eerst in een natuurgebied aangetroffen. Op de Waalsdorpervlakte nabij De Haag, een Natura 2000 gebied van waterwinbedrijf Dunea. Ecoloog Maarten Werink : “We gaan samen met EIS/Naturalis onderzoeken welke schade deze plaagmier in ons gebied aanricht. Hopelijk valt het wel mee. Maar als waterwinbedrijf zijn wij natuurlijk extreem alert op dit soort exoten."

Invasieve exoot

Naast de overlast aan gebouwen richt de plaagmier ook schade aan in de natuur. De plaagmier leeft van zoete honingdauw: een uitscheidingsproduct van bladluizen. Voor de bladluis ook fijn want ze worden verzorgd en beschermt door de plaagmier. Door de enorme aantallen plaagmieren in een boom zal het aantal bladluizen ook toenemen wat ten koste kan gaan van de boom. Ook concurreert de plaagmier met lokale mierensoorten om voedsel en habitat. Rick Buesink van EIS: “Er is heel weinig bekend van deze plaagmier. Het is dus tijd voor een grootschalig onderzoek naar hoe de plaagmier exact leeft, hoe diep die zijn tunnels graaft en hoe groot de ecologische schade is van deze megakolonies.“

Imker Arend Oosterlee ziet de populatie hoornaars in ons land stijgen: "Als je het kaartje bekijkt, zag je vorig jaar hier en daar een rood stipje. Nu zijn er gebieden die bijna helemaal rood zijn. We hebben veel meer volken en waarnemingen dan vorig jaar." Hij is daarom actief bij een groep vrijwilligers die de insecten opsporen en bestrijden. "We zijn vorig jaar hard aan het werk gegaan, maar waren nog totaal onervaren. Uiteindelijk hebben we toen twee nesten kunnen verwijderen." Zijn collega Co Bos ziet het aantal ook toenemen: "De laatste tijd komen we veel nesten tegen, gemiddeld drie of vier per week." Volgens Oosterlee is het onmogelijk om alle hoornaars te verwijderen: "Maar het moet beheersbaar worden, en dat is met een beetje inzet van zoveel mogelijk mensen best wel te doen."

De Aziatische hoornaar moet worden verwijderd, omdat het een invasieve soort is, dat wil zeggen ze vormen een bedreiging voor andere dieren en/of het milieu. "Imkers hebben er veel last van, want hele bijenvolken sterven uit," vertelt Bos. Oosterlee vult aan: "De insectenstand holt achteruit en nu komt er een beestje uit Azië dat per volk elf kilo insecten per jaar consumeert." Naast het feit dat dit funest is voor de insecten, is het dier ook voor mensen vervelend. Een steek van de hoornaar is namelijk veel pijnlijker dan die van een bij of wesp.