Spring naar inhoud

“Om te beginnen vind ik het belangrijk om te zeggen dat je niet kan spreken van dé Amerikaanse rivierkreeft. In Nederland hebben we zeven soorten uitheemse rivierkreeften: zes komen uit Noord-Amerika en daarnaast heb je de Turkse rivierkreeft afkomstig uit het Zwarte Zeegebied, die weinig kwaad doet. Uit Noord-Amerika komen de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft, de geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft, de Californische rivierkreeft, de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft, de rode Amerikaanse rivierkreeft en de marmerkreeft. De negatieve effecten verschillen per soort. De rode Amerikaanse rivierkreeft is het stoutste jongetje van de klas; andere Amerikaanse rivierkreeften zijn een stuk minder schadelijk”. “In het najaar gaat de rode Amerikaanse rivierkreeft het water uit en aan de wandel, op zoek naar nieuwe wateren. De beestjes passen zich zeer goed aan in Nederland. Ze laten onderwaterplanten verdwijnen door ze op te eten. Omdat ze heel veel graven, storten hele ecosystemen in; er voltrekt zich een ramp in Nederland. In grote plassen, veenplassen en sloten, die vroeger mooi helder waren, zijn alle planten verdwenen en zijn alleen nog algen over. Heldere ecosystemen worden zo troebele erwtensoep. Als gevolg daarvan verdwijnen ook tal van diersoorten die afhankelijk zijn van helder water. De inheemse Europese rivierkreeft komt nog maar op één locatie voor, op een landgoed bij Arnhem. Vanwege de kwetsbaarheid van de populatie wordt de exacte locatie verborgen gehouden.”

Je vertelde al dat hele ecosystemen omslaan naar erwtensoep. Kan je concreter maken hoe die schade wordt aangericht en wat de gevolgen zijn?

“De schade komt voor uit predatie. De rode Amerikaanse rivierkreeft eet bijvoorbeeld krabbenscheer, een plant die van nature in veenweideplassen voorkomt en de enige gastheer is van de larven van de zeldzame groene glazenmaker, een libel. Krabbenscheer is daarnaast een belangrijke schakel bij het verlandingsproces (open water dat geleidelijk dichtgroeit met planten, red.) van veengebieden. Dit type habitat is zeer uitzonderlijk in Europa en er zijn heel specialistische planten en dieren van afhankelijk.” 

“Door het eten van krabbenscheer en het graafwerk ondermijnt de rode Amerikaanse rivierkreeft de kwaliteit en de ontwikkeling van een compleet systeem, waardoor deze specialistische soorten aan het kortste eind trekken. Het gaat om insecten en planten, maar ook om vissen die afhankelijk zijn van dekking in planten of die jagen op basis van hun zicht. De bittervoorn is zo’n door nationale en internationale wetgeving beschermde specialist, die echt gebonden is aan zulke planten. Om zich voort te planten gebruikt de bittervoorn ook een mosseltje, waarin ie eitjes legt. De rode Amerikaanse rivierkreeft eet die mossels ook, waardoor de bittervoorn het nóg moeilijker krijgt. ”

Waar komen we de rode Amerikaanse rivierkreeft tegen in Nederland?

“De invasie is nog gaande. We zien ’m al in Zuid-Limburg, maar nog niet veel in Overijssel of Drenthe. Wat verder opvalt aan de verspreidingskaarten van rivierkreeften, is dat je vaak eilandjes ziet met hoge concentraties rivierkreeften en verder geen stippen in de buurt. Dat betekent waarschijnlijk dat de kreeft hier is uitgezet door mensen. Zo werd de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft voor het eerst in Zuid-Holland gezien, maar recent zagen we deze soort ineens ook in Friesland. Daar is ie niet zelf naartoe gelopen. Ook de marmerkreeft zien we op nieuwe plekken opduiken, zoals sinds 2018 bij de Overasseltse en Hatertse vennen, op een uurtje lopen van mijn huis. De populatie groeit hard, zelfs in vennen die heel zuur zijn. In de vennen zitten zeer zeldzame amfibieën. Iedereen in mijn vakgebied maakt zich zorgen om de knoflookpad en kamsalamander, omdat het leefgebied sterk wordt aangetast en de larven worden opgegeten door de marmerkreeften.”

Het beeld dat je schetst is weinig rooskleurig en in het geval van de rode Amerikaanse rivierkreeft zelfs letterlijk rampzalig. Kunnen we nog van deze problematische invasieve exoot af?

“De rode Amerikaanse rivierkreeften laten zich nooit allemaal vangen. Er is in de literatuur bovendien slechts één studie die eliminatie van deze soort beschrijft, via pesticiden. Maar dat was in geïsoleerd water in Noorwegen, terwijl de Amerikaanse rivierkreeft in Nederland ook in open water voorkomt. Toch kunnen we de populatie wel onder de duim houden. In de literatuur zien we dat het effectief lijkt om inheemse predatoren in te zetten waar de rode Amerikaanse rivierkreeft voorkomt. Bepaalde vissen en vogels zouden de grotere kreeften kunnen eten. Kleinere waterinsecten als waterroofkevers, bootsmannetjes en libellenlarven en kleine visjes als stekelbaarsjes zijn interessante predatoren voor de kleine, jonge kreeftjes.”

Kunnen we wat leren van de geschiedenis van de rode Amerikaanse rivierkreeft in Nederland?

“Zeker. Sinds 2016 staan er zes rivierkreeften op de EU-unielijst van invasieve exoten, waaronder dus de rode Amerikaanse rivierkreeft. In de EU mogen ze niet meer verhandeld en getransporteerd worden door aquariumhouders. Maar er zijn wereldwijd 669 verschillende soorten rivierkreeften, waar misschien nog wel ergere soorten dan de rode Amerikaanse rivierkreeft tussen zitten. De les die ik zou trekken, is om de overzeese handel meer aan banden te leggen en op basis van onderzoek te bepalen dat alleen de soorten mogen komen die zich niet kunnen handhaven in Europese natuur.”

In ons werkgebied komt op veel plekken vooral de rode Amerikaanse rivierkreeft met grote aantallen voor. De gestreepte, geknobbelde en gevlekte Amerikaanse rivierkreeften komen op minder plekken voor en in kleinere aantallen. Dit blijkt uit onze jaarlijkse kreeftentelling.

Zor­ge­lijk

“Het onderzoek bevestigt, dat in het overgrote deel van ons werkgebied Amerikaanse rivierkreeften zitten. En dat is zorgelijk”, zegt hoogheemraad Josien van Cappelle. “Doordat deze kreeften sloten totaal kaalvreten, neemt het onderwaterleven af en gaat de waterkwaliteit achteruit. En door het gegraaf van de kreeften vertroebelt het water en kunnen oevers en de grond ernaast verzwakken. Ook voor agrariërs zorgt dit voor risico’s voor landbewerking en vee.”

Mo­ni­to­ring

Jaarlijks onderzoeken we in ons werkgebied de aanwezigheid van uitheemse rivierkreeften (kreeften die van nature niet voorkomen in Nederland). De kreeftenmonitoring vond dit jaar voor de vijfde keer plaats. Voor het onderzoek plaatsen we 12 kreeftenkorven op 122 locaties in Schieland en in de Krimpenerwaard. Deze korven legen we na een nacht en dan tellen en meten we de kreeften per soort.

Ver­schil Schie­land en de Krim­pe­ner­waard

Dit jaar troffen we op 65% van de onderzoekslocaties in Schieland uitheemse rivierkreeften aan. Met name langs de Hollandsche IJssel en noordrand van dit gebied. In de Krimpenerwaard troffen we op alle onderzoekslocaties rivierkreeften aan. De meesten zijn gevonden in het midden en noorden van de Krimpenerwaard. Per onderzoekslocatie lag het aantal gevangen kreeften in de Krimpenerwaard meestal hoger dan in Schieland. De jaarlijkse monitoring laat in het algemeen een toename van kreeften zien. Uit de monitor van dit jaar maken we op, dat de verspreiding van de rode Amerikaanse rivierkreeft in 2024 grotendeels hetzelfde is als in 2023.

Vier soor­ten Ame­ri­kaan­se ri­vier­kreef­ten

Bij het onderzoek in 2024 hebben we vier verschillende soorten uitheemse rivierkreeften waargenomen: de rode, gestreepte, geknobbelde en gevlekte Amerikaanse rivierkreeft. De rode Amerikaanse rivierkreeft komt verreweg het meeste voor. Deze soort vonden we op de meeste onderzoekslocaties en in de grootste aantallen, tot maximaal 153 stuks. Vangsten tussen de 10 en 50 stuks kwamen het vaakst voor. Van de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft kwamen op de meeste locaties slechts enkele stuks voor. Op één locatie vonden we er 12. De geknobbelde en de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft troffen we aan in kleine aantallen van 1 tot 2 stuks.

Ont­wik­ke­ling blij­ven vol­gen

Vanwege de negatieve invloed van deze invasieve exoten op onder andere het watersysteem blijft het nodig om de ontwikkeling de komende jaren te blijven volgen. En goed als ook andere waterschappen structureel metingen verrichten. Met de meetgegevens kunnen we de verspreiding van rivierkreeften blijven volgen. De kennis over de aanwezigheid van deze dieren kan worden benut in ons beleid en onze werkzaamheden.