Spring naar inhoud

Bron: Stichting platform Stop invasieve exoten

De Europese Commissie zal in juni met de lidstaten de risicobeoordelingen van mogelijk wel 31 invasieve exotische soorten bespreken. In het najaar kan dan de vierde uitbreiding van de zogeheten Unielijst worden gepubliceerd. Deze lijst is gebaseerd op de Verordening Invasieve Uitheemse Soorten en omvat op dit moment 88 invasieve exotische plant- en diersoorten die schadelijk zijn voor de natuur. De invoer en verkoop van deze soorten is verboden en ze moeten door de lidstaten worden uitgeroeid of beheerst. Daar komen nu mogelijk maximaal 31 soorten bij, waaronder ook soorten die bedoeld zijn voor in een tuin, vijver, aquarium, terrarium of kooi, maar die bij verspreiding een gevaar opleveren voor de inheemse natuur. De aanvulling is volgens stichting platform Stop invasieve exoten positief voor de bescherming van zowel de Nederlandse als de Europese natuur.

Er staan drie zoogdieren op de nominatie om aan de de Unielijst toegevoegd te worden: het sikahert, de Amerikaanse nerts en de Canadese bever.  Wilfred Reinhold, voorzitter van het platform: “Het sikahert wordt sporadisch gezien, vooral in de Noord-Hollandse duinen. Ook de Amerikaanse nerts wordt nog af en toe gesignaleerd, hoewel de soort sinds dit jaar niet meer gefokt mag worden. De Canadese bever kan niet op Waarneming.nl gemeld worden, waarschijnlijk omdat hij nog niet in de natuur is gezien. Deze soort wordt wel gehouden, onder andere bij AquaZoo in Leeuwarden. Zodra deze soorten op de Unielijst komen wordt de verkoop verboden en geldt voor de reeds aanwezige exemplaren een uitsterfbeleid.“

Ook worden er mogelijk drie vogelsoorten aan de Unielijst toegevoegd: de monniksparkiet, de kuifmaina en de roodoor-buulbuul. Van de monniksparkiet zijn er nu minstens twee populaties, bij Ouddorp en in Apeldoorn. De kuifmaina wordt sporadisch in de Nederlandse natuur gezien, en de roodoor-buulbuul zeer zelden.

Er zijn twee zoetwatervissen die mogelijk aan de Unielijst worden toegevoegd: de Noord-Aziatische modderkruiper en de Aziatische modderkruiper. De eerste soort wordt regelmatig waargenomen, de tweede niet. “Maar ongetwijfeld zijn er ook mensen die deze vissen houden. Als deze soorten in de natuur terechtkomen is dat zeer schadelijk, vanwege predatie, concurrentie, hybridisatie of het overbrengen van ziekten,” aldus Reinhold. 

Op de lijst staan drie rivierkreeften:   de Australische roodklauwkreeft,  de Jabbie (eveneens uit Australië)  en de Calicotrivierkreeft , die uit  Noord-Amerika komt. Alleen de laatste soort is in de Nederlandse natuur gezien. De drie nieuwe soorten worden  door deskundigen beschouwd als een zeer hoog risico.  Als deze soorten door de procedure komen, zal de Unielijst in totaal negen soorten exotische rivierkreeften tellen. Met deze soorten op de Unielijst, wordt de import en verkoop ervan verboden en wordt de kans dat ze hier schade gaan veroorzaken een stuk kleiner.

Er staan twee insecten op de lijst met mogelijke aanvullingen. De eerste is de Aziatische reuzenhoornaar, niet te verwarren met de Aziatische hoornaar, die al op de Unielijst staat. De tweede is een mier die nog geen officiële Nederlandse naam heeft, maar die op basis van zijn Engelse naam ‘Aziatische naaldmier’ zou kunnen worden genoemd. Beide zijn gezien het feit dat ze niet op Waarneming.nl  staan, waarschijnlijk nog niet in Nederland gesignaleerd.

Ook staan er twee slakken op de lijst, een die de ‘Reuzenramshoornslak’ zou kunnen worden genoemd en de Chinese moerasslak. De eerste is tot nu toe alleen vorig jaar een aantal keren in Artis gesignaleerd. De Chinese moerasslak wordt sinds vorig jaar op diverse locaties aangetroffen, soms met wel honderd tegelijk.

De Nieuw-Zeelandse landplatworm, die al sinds 2019 op de Unielijst staat, krijgt dit jaar mogelijk gezelschap van drie andere platwormen: de hamerhoofdplatworm, de grote gevlekte landplatworm en de Nieuw-Guineese landplatworm. Allemaal hebben ze de vervelende eigenschap dat ze heel veel  regenwormen eten. Omdat regenwormen belangrijk zijn voor de bodemvruchtbaarheid en een belangrijke voedselbron vormen voor diverse inheemse dieren, zowel vogels als zoogdieren, kan dit een belangrijke impact hebben op de biodiversiteit.

Ook staan er negen landplanten op de lijst: papiermoeibei, pampagras, vaderplant, watercrassula, planten  die ‘Kaapse klimop’ en ‘Australische acacia’ zouden kunnen worden genoemd en tot slot de zogeheten Aziatische duizendknopen: de Japanse, de Sachalinse en de Basterdduizendknoop.

Reinhold: “De verkoop van Aziatische duizendknopen is in Nederland al sinds 2022 verboden, dankzij een motie van de Tweede Kamer. Door plaatsing op de Unielijst komt daar voor de overheid de plicht bij om de populatie zo goed mogelijk te beheersen. Ook voor watercrassula had de Kamer in 2020 een snel verkoopverbod geëist, maar dat weigerde de minister van Natuur. Door plaatsing op de Unielijst, zou dat verkoopverbod er vier jaar later dan toch alsnog komen, en wordt de overheid verplicht de verspreiding te beheersen.”

De ‘Kaapse klimop’ en ‘Australische acacia’ zijn hier nog nooit waargenomen, de papiermoerbei wordt sporadisch gezien, vaderplant en pampagras regelmatig, en de overige planten (heel) vaak.

Tot slot wordt de Unielijst mogelijk uitgebreid met vier soorten die in de zee voorkomen, de ‘Noord-Atlantische zeester’(niet op waarneming.nl), de blauwe zwemkrab (sporadische vondsten), de Amerikaanse strandschelp (wordt regelmatig gezien) en een plant die ‘Japans zeegras’ zou kunnen heten (niet op waarneming.nl) . Plaatsing op de Unielijst betekent dat de kans dat we ze in de toekomst gaan tegenkomen een stuk kleiner wordt. Alle lidstaten moeten namelijk de mogelijke invoerroutes, zoals de scheepvaart en de handel, opsporen en aanpakken.”

Reinhold: “Doordat een groot deel van de 31 nieuwe soorten niet of nauwelijks in Nederland voorkomt, zal de uitroeiing ervan doorgaans niet al te kostbaar zijn. Tegelijk wordt door de invoer- en  verkoopverboden en de verplichte inventarisatie en aanpak van de routes via welke de soorten hier terechtkomen, de introductie en verspreiding van deze  schadelijke soorten tegengegaan.  Voor soorten die hier vaker worden gezien, zoals monniksparkiet, Noord-Aziatische modderkruier, watercrassula, pampagras en de Aziatische duizendknopen, zullen wel de nodige maatregelen moeten  worden getroffen om ze uit te roeien of minimaal te zorgen dat ze zich niet verder verspreiden.“

Bron: Stichting RAVON / 24-APR-2024

Uitheemse rivierkreeften zijn niet meer weg te denken uit het Nederlandse watersysteem. Hun opmars is nog volop gaande en de verwachting is niet dat ze ooit nog zullen verdwijnen. Dat ze een grote impact kunnen hebben op ecosystemen en inheemse soorten is bekend. Naar de specifieke effecten op amfibieën in Nederland is echter weinig onderzoek gedaan. Hoog tijd om er dieper in te duiken.

De afgelopen decennia hebben zich meerdere uitheemse, veelal Noord-Amerikaanse rivierkreeftsoorten gevestigd in Nederland. Veel van deze soorten breiden zich sterk uit en gedragen zich invasief. Zowel direct als indirect kunnen ze een grote invloed hebben op inheemse soorten. Zo voeden rivierkreeften zich met een breed scala aan dierlijk en plantaardig materiaal en kunnen ze zo een direct effect hebben op inheemse soorten door deze te consumeren.

Maar ook indirect kunnen ze een effect hebben door watervegetaties te decimeren en middels hun graafwerkzaamheden de waterkwaliteit te beïnvloeden. Niet voor niets is er reeds veel onderzoek gedaan naar de impact van rivierkreeften op watersystemen, met name in lager gelegen polders waar rivierkreeften hoge dichtheden bereiken en voor grote overlast zorgen.

Gevolgen voor amfibieën in Nederland niet eerder onderzocht

Onderzoeken uit het buitenland laten zien dat ook amfibieën nadelige gevolgen kunnen ondervinden van uitheemse rivierkreeften. Zo zorgt de rode Amerikaanse rivierkreeft in Noord-Italië voor het verdwijnen van alle inheemse salamanders op plekken waar de soort voorkomt. In Spanje nemen aantallen inheemse amfibieën ook gestaag af na vestiging van deze uitheemse rivierkreeft in hun voortplantingswateren.

Naar de effecten van uitheemse rivierkreeften op amfibieën in Nederland is echter nog heel weinig onderzoek gedaan. De meeste rivierkreeften zitten in open, met elkaar verbonden, watersystemen. Dergelijke wateren zijn vaak ook visrijk en daardoor bij voorbaat al minder geschikt voor veel amfibiesoorten. Dit doordat ook vissen amfibieën, met name de eitjes en larven, eten.

Doordat de rivierkreeften steeds verder uitbreiden en verschillende soorten daarbij ook over land lopen, worden ook steeds meer geïsoleerde wateren zoals poelen gekoloniseerd. Deze van nature vaak visvrije wateren vormen belangrijke voortplantingswateren voor amfibieën. Een voorbeeld is de kolonisatie door de marmerkreeft van de vennen in de Overasseltse en Hatertse Vennen, waar onder andere de zeldzame knoflookpad en kamsalamander voorkomen.

Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft eet van de kikkerdril van bruine kikker

Gevlekte Amerikaanse rivierkreeft eet van de kikkerdril van bruine kikker (Bron: Adri Clements)

Waarnemingen gezocht voor onderzoek

Meer kennis over de effecten van de uitheemse rivierkreeften op amfibieën in Nederland is zeer gewenst. Vanuit RAVON zal daarom literatuuronderzoek uitgevoerd worden in het kader van een afstudeeropdracht. Naast studies uit het buitenland is het de bedoeling juist ook voorbeelden uit Nederland te verzamelen. Deze zijn veelal niet gepubliceerd.

Daarom hebben we een online enquête opgesteld. We vragen iedereen die voorbeelden heeft van de impact van uitheemse rivierkreeften op amfibieën deze door te geven via deze enquête. Het kan daarbij gaan om directe effecten, zoals observaties van predatie van amfibieën door rivierkreeften. Daarnaast zijn we ook op zoek naar anekdotische informatie, bijvoorbeeld dat amfibieën afnemen of verdwijnen na de vestiging van rivierkreeften, maar ook wanneer er situaties bekend zijn waar de rivierkreeften al lange tijd samen leven met amfibieën zonder dat er een afname van amfibieën te zien is.

Het verzamelen en bundelen van deze kennis vormt een belangrijke eerste stap. Hiermee kunnen knelpunten worden vastgesteld, maar mogelijk ook kansen om de effecten van de uitheemse rivierkreeften op onze inheemse amfibieën te beperken.

Meer informatie

Tekst: Jelger Herder & Maarten Gilbert, RAVON; Pijke Torenvlied (stagiair RAVON / AERES Hogeschool)
Foto's: Jelger Herder (leadfoto: rode Amerikaanse rivierkreeft verplaatst zich over land); Adri Clements