Spring naar inhoud

In Erpe-Mere heeft Guy Van Tittelboom van Meerse Honing 15 elektrisch geladen harpen geplaatst om zijn 43 bijenvolken te beschermen tegen de Aziatische hoornaar. Door de hoornaars raakten de bijen te gestresseerd en durfden ze nauwelijks nog uit te vliegen. "Dat systeem bestaat al enkele jaren, maar ik moest nu pas ingrijpen", zegt de imker. Van Tittelboom wil zijn bijen opnieuw alle kansen geven: "Ze bewaakten enkel nog de vliegopening. Dus waren we genoodzaakt een serieuze investering te doen van 15 elektrische harpen met hoogspanningsgenerators van 10 kilovolt, die over onze 43 bijenvolken moeten waken. Met dank aan een goede vriend." De Aziatische hoornaar valt bijen aan en kan lange tijd voor de kast blijven hangen, waardoor bijenvolken uitgeput raken. "Op een bepaald moment zaten er hier meer dan 50", zegt Van Tittelboom. "Er zijn dit jaar echt enorm veel nesten. Veel meer dan vorig jaar, toen we een slecht voorjaar hadden."

Hoe werken de elektrische harpen?

De harpen bestaan uit draden die onder spanning staan. Wanneer een hoornaar in contact komt met de draden, wordt die geëlektrokuteerd. "De hoornaars worden werkelijk geroosterd bij aanraking van de draden", zegt Van Tittelboom. "Voor bijen is het systeem veilig: de draden staan 2 centimeter uit elkaar, waardoor ze nooit tegelijk twee draden raken."

"Onze bijen kunnen weer zonder stress de bijenkasten uitvliegen en voedsel binnenhalen. Dat is de komende 2 maanden cruciaal om voldoende winterbijen aan te maken. Alleen als dat gebeurt, kunnen we er volgend jaar weer invliegen", legt de imker uit. Na het plaatsen van de elektrische harpen blijven er nog steeds hoornaars in de buurt, maar vroeg of laat vliegen ze tegen de draden. "Dat systeem bestaat al enkele jaren, maar ik plaatste het nu pas omdat de stress bij al mijn bijenvolken te groot werd."

Nesten opsporen blijft moeilijk

De imker benadrukt dat het verdelgen van nesten vaak weinig oplevert. "Het is moeilijk om ze op te sporen. Je kunt een lokwiek gebruiken en enkele dagen later een nest vinden, maar meestal zijn er veel meer. Vaak zitten ze hoog in bomen en zijn ze bijna niet te zien door de bladeren." Zo werd op amper 500 meter van zijn woning een nest in een zilverberk vernietigd door een gespecialiseerde firma, maar ook dat bood geen garantie op rust. "Toch bleven hoornaars mijn bijen bedreigen. Ik moest ingrijpen", besluit Van Tittelboom.

In het eerste jaar van een monitoringnetwerk voor de dennenprocessierups langs de Nederlandse grens, zijn bij de eerste controle van de vallen twee dennenprocessievlinders aangetroffen, twee in Limburg en een in Gelderland. In de toekomst moeten we rekening houden met overlast van de brandharen van deze nieuwe vlindersoort. De overlastperiode start eerder dan bij de eikenprocessierups.

In 2018 wezen we vanuit het Kenniscentrum Eikenprocessierups al op de noordwaartse uitbreiding van de dennenprocessierups richting Nederland. In september vorig jaar constateerden we dat de dennenprocessierups in drie provincies van België nabij de Nederlandse grens werd waargenomen. Deze zomer is er voor het eerst, op initiatief en onder leiding van Silvia Hellingman, gestart met een monitoringnetwerk van feromoonvallen. Dat netwerk loopt van Limburg tot Groningen. De financiering kwam van het Kennisplatform Processierups, de provincies Drenthe, Gelderland, Groningen en Overijssel, de gemeente Hardenberg en de gemeente Venray.

Bij de eerste leging van de feromoonvallen zijn in Limburg en Gelderland direct de eerste vlinders van de dennenprocessierups (Thaumetopoea pityocampa) gevangen. Niet eerder zijn vlinders van deze soort in ons land gezien. De locaties worden nog verborgen gehouden. De monitoring duurt nog tot medio september, waarna locaties vrijgegeven zullen worden.

Dennen en meidoorn

Dennenprocessierupsen behoren tot dezelfde familie als de eikenprocessierupsen. De waardplant (de planten waar de rupsen van eten) bestaat, zoals de naam al aangeeft, uit allerlei naaldbomen, zoals dennen, sparren en ceders. In de literatuur worden echter ook steeneik (Quercus ilex) en de tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata) als mogelijke waardbomen genoemd. De steeneik komt niet veel voor in ons land, maar de meidoorn wel. Het is nog onduidelijk of de dennenprocessierups ook in de eenslijlige meidoorn (C. monogyna) voorkomt. Die heeft een veel bredere verspreiding dan de tweestijlige meidoorn.

Levenscyclus verschilt met de eikenprocessierups

De levenscyclus van de dennenprocessierups verloopt wat anders dan die van de eikenprocessierups, zie onderstaand schema van de levenscyclus. Voor Nederland hanteren we vooralsnog de cyclus van de dennenprocessierups zoals die in het Franse Lyon geldt. Van juni tot en met september vliegen de vlinders rond om te paren en eitjes af te zetten. In tegenstelling tot bij de eikenprocessierups komen de eitjes vrij snel uit. De dennenprocessierupsen maken nestjes zodra ze uit hun eitjes kruipen. Ter vergelijking: eikenprocessierupsen maken pas een nest in het vierde larvestadium.

Schema levenscyclus dennenprocessierups

Schema levenscyclus dennenprocessierups (Bron: Silvia Hellingman)

Overwinteren in nesten

Na elke vervelling maken dennenprocessierupsen een nieuw nest. In die nesten overwinteren ze ook als rups, in zogenaamde winternesten. Van september tot en met maart zijn de rupsen en nesten te vinden.

Naaldbomen met winternesten van de dennenprocessierups, die als witte dotten zichtbaar zijnNaaldbomen met winternesten van de dennenprocessierups, die als witte dotten zichtbaar zijn
(Bron: Silvia Hellingman)

Winternest van de dennenprocessierupsWinternest van de dennenprocessierups (Bron: Silvia Hellingman)

Overlastfase in maart en april

Dennenprocessierupsen blijven in hun nesten tot ze in maart en april de naaldbomen verlaten om zich te verpoppen. Ze kunnen dagen in processie lopen om een geschikte plek te vinden in de grond, waar ze zich ingraven. Ze kunnen dan ook in tuinen, huizen, scholen, weilanden en straten aangetroffen worden. In deze wandelfase laten ze makkelijk hun brandharen los. Deze kunnen de omgeving besmetten. Bij direct contact leveren ze overlast op voor mens en dier, waaronder honden, katten en paarden. Elke rups heeft zo’n één miljoen brandharen. Dat is iets meer dan de eikenprocessierups.

Dennenprocessierupsen laten, net als de eikenprocessierups, hun brandharen los bij verstoringDennenprocessierupsen laten, net als de eikenprocessierups, hun brandharen los bij verstoring
(Bron: Silvia Hellingman)

Vondst bronswespje (eiparasiet) dennenprocessierups in Nederland

Dennenprocessierupsen veroorzaken overlast, maar ze hebben zelf last van nestparasieten. In Overijssel is door Silvia Hellingman een bronswesp aangetroffen die (ook) nieuw is voor Nederland. De vondst is overgedragen aan de specialist van Naturalis, Sandrine Ulenberg, die de bronswesp heeft gedetermineerd als Baryscapus servadeii. Deze wesp staat in de literatuur als eiparasiet van dennenprocessierupsen bekend. De bronswesp is maximaal 2,1 millimeter groot en kan geen grote afstanden op eigen kracht afleggen. Vermoedelijk is de bronswesp meegelift met de gastheer, in dit geval een dennenprocessievlinder.