Spring naar inhoud

Tussen half augustus en half september zal een aannemer in opdracht van de gemeente op een aantal plaatsen op het openbare domein Japanse duizendknoop bestrijden. Het is een proefproject waarmee de Belgische gemeente wil bekijken of ze haarden van deze invasieve soort kunnen bestrijden.

Japanse duizendknoop is een invasieve exoot, die inheemse plantensoorten sterk kan overheersen. De plant kan bovendien aanzienlijke schade aanrichten aan gebouwen, wegen en rioleringen want ze heeft sterke wortels die door scheuren en zwakke plekken in beton, metselwerk en asfalt kunnen groeien.

Eerdere pogingen om de exoot te verdelgen met alternatieve methoden, zoals elektrocutie of verhitting hadden nauwelijks resultaat. Daarom gaat de gemeente nu gebruik maken van een pesticide. De methode die daarbij gebruikt wordt is een hele selectieve, namelijk injectie van de stengels.

Het gebruik van pesticiden op het openbare domein is al tien jaar niet meer toegestaan, tenzij voor de soorten die voorkomen in de zogenaamde generieke afwijking. Dat is een lijst van soorten die nauwelijks te verdelgen zijn zonder gebruik van chemische middelen. Japanse duizendknoop komt voor op deze lijst en dus kreeg de gemeente van de Vlaamse overheid toestemming – met daaraan verbonden strenge voorwaarden – voor het gebruik van pesticide. 

Schepen Liesbeth Fransen: “De verdelging gebeurt op een aantal plaatsen verspreid over Pelt en geldt als proefproject. De gemeente wil blijven zoeken naar een manier om de hinder van de invasieve exoot op het openbaar domein zo klein mogelijk te houden.”

Het is niet de bedoeling dat je onmiddellijk naar de pesticiden grijpt als je thuis Japanse duizendknoop aantreft. Je dreigt dan immers niet alleen de exoot te verdelgen, maar daarnaast ook meer waardevolle inheemse soorten te vernietigen.  Maai de plant zeker ook niet zomaar af. Kleine deeltjes van de plant komen op die manier op andere plaatsen terecht en beginnen daar te groeien. Uitgraven is thuis de beste methode. Alle delen van de plant moeten voorts gecontroleerd afgevoerd worden. Verzamel de plantendelen op een plaats waar deze afgedekt kunnen worden en zorg ervoor dat ze bij transport naar een verwerker ook afgedekt zijn.

Een deel van de kustlijn op Terschelling is afgesloten voor recreanten vanwege de watercrassula. De plant vormt een bedreiging voor plant- en diersoorten op het eiland. Staatsbosbeheer werkt samen met de provincie Friesland en een ecologiebureau om de woekerplant te bestrijden. Daarom is het strand tussen paal 15 en 17 niet meer volledig toegankelijk voor recreanten. Het gaat om een smalle strook langs de duinen. Hoe lang het stuk strand blijft afgesloten, is niet duidelijk.

Aquarium- en vijverplant

De watercrassula overwoekert andere planten op het eiland, vertelt Annelies van der Goot van Staatsbosbeheer. "Die kunnen daardoor schade oplopen, of zelfs verdwijnen." De plant is een invasieve exoot, dat wil zeggen dat hij hier niet thuishoort. De watercrassula komt van nature voor in Australië en Nieuw-Zeeland. In Europa werd hij als aquarium- en vijverplant verkocht, maar inmiddels staat die op de EU-lijst met verboden exoten. Dat betekent dat hij in de Europese Unie niet gekweekt, verhandeld en verkocht mag worden. De plant voelt zich vooral thuis in natte gebieden met zoet water en kan zich snel verspreiden, schrijft Omrop Fryslan.

Niet voor het eerst

Het is niet voor het eerst dat Terschelling maatregelen neemt tegen de watercrassula. In 2018 werd er al eens vier hectare grond voor afgegraven. "Het is een rotplant", zegt Van der Goot. "Wij hebben natuurlijk veel Natura 2000-natuur. Vooral in die natte duinvalleien groeien prachtige inheemse planten waar we heel zuinig op moeten zijn." Het bestrijden van de watercrassula is niet makkelijk, maar iedereen kan volgens Staatsbosbeheer een steentje bijdragen. Toeristen wordt geadviseerd om voor hun bezoek aan het eiland de onderkant van hun schoenen, auto of caravan op aanwezigheid van de woekerplant te controleren. Daarnaast wordt geadviseerd om op het eiland alleen op de gebaande paden te lopen.