Spring naar inhoud

De gemeente Bierbeek vraagt om niet meer naar de brandweer te bellen om nesten van Aziatische hoornaars te verdelgen. In deze periode zijn die wespen minder gevaarlijk, omdat de koninginnen het nest verlaten om te overwinteren. Het achterblijvende nest sterft uit en wordt nooit opnieuw gebruikt. "In uitzonderlijke gevallen komen we nog een nest verdelgen", zegt imker en wespenverdelger Nicky Torbeyns uit Diest.

Omdat de nesten in bomen of open lucht door de kou zijn uitgestorven, worden meldingen van verlaten nesten niet meer behandeld. Enkel wanneer er nog duidelijke activiteit is én gevaar voor mensen, wordt een nest onderzocht en verwijderd. "Dat gebeurt vooral bij beschutte nesten, bijvoorbeeld in tuinhuisjes of onder daken, waar het langer warm blijft", vertelt imker en wespenverdelger Nicky Torbeyns uit Diest.

Torbeyns bevestigt dat bijna alle nesten dood zijn, maar soms moet hij nog uitrukken. "Ik kreeg gisteren nog meldingen van collega-imkers. Het gaat dan om nesten die beschut hangen en daardoor langer actief blijven. In Rillaar moet ik vandaag nog een nest verwijderen waar hoornaars in- en uit vliegen. Maar de meeste nesten zijn uitgestorven."

Waarom sommige nesten langer actief blijven

Voor de imker breekt nu een rustigere periode aan en de reden waarom hij er nu nog op uittrekt is uit nieuwsgierigheid en interesse. "We weten nog niet alles over deze exoot. Waarom leeft het ene nest langer dan het andere? Beschutting speelt een rol, maar ook genetica en klimaat. De koninginnen die nu uitvliegen, zoeken een plek om te overwinteren, bijvoorbeeld in een houtstronk. Ze kunnen zelfs lichte vorst overleven. We hebben werksters getest: na 24 uur ingevroren op -2 graden kwamen ze gewoon terug tot leven."

Het afgelopen jaar was zwaar voor imkers. "Bij ons is het een echte slachtpartij geweest: meer dan de helft van de kasten hebben we verloren", zegt Torbeyns. "Het is een combinatie van factoren: hoornaars, verzwakte volken en de varroamijt. Die varroamijt is een uitwendige parasiet die voorkomt op insecten, maar zich alleen kan voortplanten op het broed van honingbijen. Eén nest Aziatische hoornaars kan tot 13 kilo insecten per jaar verorberen: bijen, hommels, vlinders, libellen. Dat heeft ook gevolgen voor vogels. Nu merken we het nog niet, omdat er genoeg insecten zijn, maar op termijn kan dat een probleem worden."

Impact op bijen en natuur

Torbeyns gebruikt de winter om zich voor te bereiden. "Ik overleg met gemeenten om het beheer te verbeteren en werk mijn materiaal bij. We weten nog niet hoe de populatie zich zal ontwikkelen. Misschien zorgt een strenge winter voor minder nesten, maar dat is koffiedik kijken. Ons klimaat lijkt ideaal voor deze exoot. Dit jaar was het vijf keer erger dan vorig jaar. Of dat plafond bereikt is? Dat moeten we de komende jaren zien."


De Amerikaanse rivierkreeft zorgt voor problemen in Nederland. Ze eten de waterplanten en graven in oevers. Daarom voert Rijnland samen met de gemeente Leiden een onderzoek uit naar het effect van natuurvriendelijke oevers op de aanwezigheid van rivierkreeften. Het onderzoek in het Leidse Polderpark Cronesteyn wordt eind dit jaar afgerond en de resultaten wijzen op een duidelijk positieve uitkomst.

On­der­zoek

Het onderzoek wordt uitgevoerd op twee locaties in Polderpark Cronesteyn in de gemeente Leiden. Een plek waar een natuurvriendelijke oever is aangelegd én een plek waar de oever ongewijzigd bleef. De verwachting was dat bij de natuurvriendelijke oevers de rivierkreeften het aantal rivierkreeften zou dalen, omdat zij daarin minder goed kunnen graven. En doordat de natuurlijke vijanden van de rivierkreeft meer zouden worden aangetrokken.

Da­ling van ri­vier­kreef­ten

De resultaten waren vorig jaar al goed en overtreffen dit jaar de verwachtingen:

  • In het eerste onderzoeksjaar (2024) daalde het aantal rivierkreeften 6 tot 7 keer ten opzichte van 2023.
  • In het tweede onderzoeksjaar (2025) is het aantal rivierkreeften weer afgenomen, dit keer wel 17 keer minder dan in 2023. Hierdoor zijn er nu zo weinig rivierkreeften dat de onderwaternatuur zich weer kan herstellen. Ook blijkt dat dit effect uitstraalt naar het gebied eromheen, waar de oevers niet zijn aangepast. In de onderzoeksvakken waar de oevers niet zijn aangepast, zijn 4 keer minder rivierkreeften dan in 2023.

Of we de daling ook komt door meer natuurlijke vijanden, blijkt bij de publicatie van het onderzoeksrapport in 2026.

Mo­ge­lijk ver­volg­on­der­zoek

Uit het onderzoek blijkt dat het aanleggen van natuurlijke oevers goed werkt en ook effect heeft op omliggende watergangen. In 2026 wordt het uitgewerkte onderzoeksrapport openbaar. Vanwege de duidelijke resultaten wordt het huidige onderzoek niet verlengd. We bekijken wel met de gemeente Leiden en Universiteit Leiden of er een vervolgonderzoek en -monitoring in Polderpark Cronesteyn kan worden opgezet. Ook zal Rijnland de resultaten het onderzoek delen met de andere waterschappen.

Ove­ri­ge on­der­zoe­ken naar het te­gen­gaan van ri­vier­kreef­ten

Rijnland werkt samen met de Universiteit Leiden in de Vrouw Vennepolder in Oud Ade. Daar wordt onderzocht of waterplanten helpen met het verminderen van rivierkreeften. We onderzoeken daarnaast of de maatregelen die zijn genomen tegen rivierkreeften in Polderpark Cronesteyn daar ook goed werken. Daarbij let Rijnland op hoe oevers kunnen worden onderhouden, wat dat kost en wat het oplevert.

Niet overal kunnen natuurvriendelijke oevers worden aangelegd, daarom onderzoekt Rijnland hoe natuurvriendelijk onderhoud kan bijdragen aan een betere waterkwaliteit en biodiversiteit. Verder wordt er onderzocht of roofvissen helpen om rivierkreeften tegen te gaan. Zo leert Rijnland steeds meer over hoe water en natuur beter beschermd kunnen worden.