Spring naar inhoud

Aziatische hoornaars vormen een groot probleem voor onze bijenpopulatie en daar proberen vrijwilligers, zoals Ann en Dieter uit Roeselare, iets aan te doen. Ze maken jacht op de dieren en konden zo al tientallen nesten weghalen. En ook u kan een oogje in het zeil houden.

De Aziatische hoornaar is niet meer weg te denken uit België. Maar gelukkig zijn er ook in West-Vlaanderen vrijwilligers die daar samen met de provincie iets aan proberen doen. Sinds enkele jaren jagen ze op de invasieve soort die een groot probleem vormt voor onze eigen bijenpopulatie. Dat doen ze onder andere met lentevallen.

131 nesten

Later dit jaar werkt het duo ook met lokpotten. Aan de hand daarvan kunnen ze de afstand tot het nest inschatten en zelf op zoek gaan. Vorig jaar ontdekten ze maar liefst 131 nesten en 566 koninginnen in Roeselare: het hoogste aantal in Vlaanderen. Ook de hulp van burgers is daarbij cruciaal.

Ogen open houden

“Nu is het zaak om oren en ogen open te houden om hoornaars te spotten en indien mogelijk ook nesten te spotten. Ze maken nu de nesten beschut en laag. Dus ergens onder een dakoversteek, in een tuinberging ... Ik zou burgers willen vragen om actief uit te kijken”, klinkt het bij Wouter Vuylsteke van provincie West-Vlaanderen. Hij geeft ook tips over hoe je zo’n hoornaar herkent. “Ze hebben een zwarte borst en zijn erkend met een gele ring. Ze hebben ook gele poten. Als je de grootte bekijkt, kan je dat vergelijken met het onderste kootje van je middelvinger.”

Wie in Vlaanderen zelf een hoornaar of een nest ziet, kan dat altijd melden via www.vespawatch.be.

"Iedereen verkondigt natuurlijk dat zijn bestrijdingsmethode het walhalla is," zegt Rudmer Veenstra van Natuurmonumenten. "Omdat we zoveel verschillende groeiplekken en natuurgebieden hebben, leek het ons verstandig om al die plekken goed aan te pakken en zelf aan het roer te gaan staan en uit te proberen wat werkt." De invasieve woekerplant zorgt op veel plekken voor grote problemen. Niet alleen verdringt het andere inheemse planten, ook zorgt het voor schade aan gebouwen, funderingen, leidingen en wegen. Samen met stikstof, klimaatverandering, verdroging en pesticiden vormen invasieve exoten een grote bedreiging voor de Nederlandse natuur. De organisatie ontving daarom geld van de overheid om te besteden aan het bestrijden van de plant.

Conclusies

In vier natuurgebieden is de exotische plant systematisch bestreden: het Drents-Friese Wold & Leggelderveld, Dwingelderveld, Holtingerveld en Mantingerzand. Van de bestrijdingsmethoden is in beeld gebracht hoe effectief ze zijn, voor welk oppervlakte ze geschikt zijn, hoe lang de bestrijding duurt, maar ook wat het kost. Zo blijkt afgraven en afvoeren effectief maar duur. Honderd vierkante meter afgraven kost alleen al voor de eerste ingreep 18.000 euro. De nazorg of eventuele extra rondes komen daar nog bovenop. Elektrocutie en handmatig uitsteken zijn stukken goedkoper, maar minder effectief en vragen veel zorg en tijd. Soms is er sprake van een behandeling van meer dan negen jaar. Deze methoden zijn volgens Natuurmonumenten vooral handig op locaties met veel kabels, die moeilijk bereikbaar zijn met machines of waar veel beschermde natuur of archeologische waarden aanwezig zijn. De zogeheten Roots Resetmethode zit er tussenin. Die is effectief, snel en duurt ongeveer vijf jaar. Bij die methode wordt de plant gemengd met een eiwitrijke granulaatoplossing en vervolgens afgedekt. "Dat granulaat zorgt voor een fermenteringsproces", vertelt Veenstra. "Omdat het is afgedekt kan er geen zuurstof meer bijkomen met als gevolg dat de plantendelen afsterven." De plant wordt zo letterlijk verstikt.

Complexe locaties

Dat betekent niet dat de Japanse Duizendknoop in de Drentse natuur niet meer voorkomt. Veenstra struint over de Benderse Berg midden op het Dwingelderveld. Een ingewikkelde plek, want een locatie met beschermde soorten zoals de aardbeivlinder en honderdjarige eiken kun je niet afgraven en afvoeren. "De Benderse Berg heeft bovendien ook archeologische waarden", vertelt Veenstra. "Je wilt hier absoluut niet de grond in." Hij vindt nog twee kleine plantjes van enkele centimeters groot. Vergeleken met hoe de plek er in de afgelopen drie jaar uit zag, is het niets. Alle planten zijn uiteindelijk door middel van elektrocutie bestreden. "Als we de scheuten die hier nog staan de rest van het jaar met rust zouden laten, is de plant in korte tijd een meter tot anderhalve meter groot. Door te elektrocuteren pesten we de wortels onder de grond, maken we ze kapot en laten we ze wegkwijnen. We hopen dat als we dit nog een jaar, anderhalf jaar doorzetten, ook de laatste scheuten verdwenen zijn."

Samenwerking

De kennis van Natuurmumenten is gebundeld in een zogeheten factsheet en is ook bedoeld voor andere terreinbeheerders. "Het is natuurlijk gemeenschapsgeld waarmee we de duizendknoop in onze terreinen bestrijden. We zien dat het heel effectief is wat we doen. We willen op die manier de mensen ook iets teruggeven en samen kijken hoe we de duizendknoop eronder kunnen krijgen."